Koplampen? Wegkijken!
Van herten is het algemeen bekend. Als er in het donker een auto aan komt rijden met natuurlijk de koplampen aan, kan het voorkomen dat het hert in die koplampen blijft kijken, als verstijfd blijft staan en dan…
De prijzen van koopwoningen zijn begin dit jaar wederom explosief gestegen. Vandaag de dag betaal je gemiddeld ruim twintig procent meer dan een jaar geleden. Extra opvallend daarbij is de ontwikkeling buiten de Randstad, waar de prijzen het hardst stijgen. Hoe is het zogeheten waterbedeffect in de buitengebieden ontstaan? En waar moet je als adviseur op letten? We vragen het aan twee ervaringsdeskundigen.
“Onlangs vonden twee hoogopgeleide vrouwen uit Utrecht een vrijstaande woning in Noordoost-Friesland na een aankoopbegeleiding van bijna twee jaar”, steekt Hans Stroosma van wal. De financieel adviseur van BTER Financieel Leeuwarden ziet steeds meer Randstedelingen voor het Friese platteland kiezen. “Mensen zoeken een beetje het Boer zoekt vrouw-idee.”
“De grap is dat klanten uit de Randstad vaak op plekken terechtkomen waar de gemiddelde Fries niet wil wonen”, vervolgt Stroosma. “Op die plekken zie je juist leegloop van jonge Friezen. Voor de horeca of zelfs een school moet je naar een volgend dorp of de grote stad. De doorstromer uit de Randstad heeft daarentegen een romantisch beeld bij een rustgevende plek.”
Johan de Jonge van Financieel Raadhuis Zutphen ziet juist dat de Randstedelingen de concurrentie aangaan met de lokale bevolking. “Er komen overduidelijk veel mensen met diep gevulde zakken deze kant op. Ze komen hier de markt verstoren. Wat ik daarover merk bij de lokale bevolking? Berusting, iedereen is blasé geworden.”
Met het verstoren van de markt doelt De Jonge op de huizenprijzen die nu ook in zijn regio door het dak gaan. De relatief lage prijzen lokken mensen uit de Randstad naar andere regio’s in het land. Dit is het waterbedeffect: door de stijgende populariteit van regio’s buiten de Randstad stijgen nu ook daar de prijzen.
Wat kan een lokale adviseur betekenen voor zijn of haar klant, die verwikkeld is in de hevige concurrentiestrijd? De Jonge: “Een makelaar heeft er ontzettend veel belang bij dat het financiële plaatje al is doorgenomen. Hij wil zekerheid, in plaats van zes weken wikken en wegen, dat het uiteindelijk toch niet rondkomt. De makelaar ventileert de mate van zekerheid door naar de verkoper.”
Wat betreft de hulp van stedelingen die naar de buitengebieden trekken, ziet Stroosma de taak om hen op het gebrek van praktische voorzieningen te wijzen. “Wij moeten af en toe wel op de rem trappen. De klant mag verliefd worden, maar moet zich realiseren dat het voor elk wissewasje tien kilometer moeten rijden. Ik ben benieuwd of die vrouwen uit Utrecht er over tien jaar nog steeds wonen.”
Dat stedelingen andere prijzen gewend zijn en gemiddeld meer te besteden hebben, betekent volgens Stroosma echter nog niet dat ze zwaar overbieden ten opzichte van de lokale bevolking. “Men is niet bekend met de lokale markt en is terughoudend. Ze vragen vaak een aankoopmakelaar om advies.”
“De gunfactor speelt ook nog een rol”, besluit De Jonge. De lokale bevolking heeft weliswaar vaker minder te besteden, maar heeft dat geluk wel aan hun zijde. “Ik zie regelmatig dat verkopers geneigd zijn hun huis te verkopen aan iemand uit de buurt. Maar ach, zodra het om tienduizend euro of meer gaat, gaat iedereen aan zijn eigen zak denken.”
Van herten is het algemeen bekend. Als er in het donker een auto aan komt rijden met natuurlijk de koplampen aan, kan het voorkomen dat het hert in die koplampen blijft kijken, als verstijfd blijft staan en dan…
Wat kan Nederland qua hypotheken nog leren van andere Europese landen? Dit keer kijken we naar het Spaanse systeem van woningfinanciering: met veel minder opties, maar dat wordt gecompenseerd met andere voordelen.