Vanaf vorig jaar is het veel makkelijker geworden om een aflosproduct af te kopen. Een consument moest altijd minstens vijftien of twintig jaar inleggen voor hij zijn opgebouwde vermogen kon gebruiken voor aflossing. Sinds vorig jaar zijn de regels voor deze zogenaamde ‘tijdklemmen’ flink versoepeld. Dennis van Lieshout van Freek Hypotheek in Eindhoven deelt zijn ervaring hoe consumenten op deze verandering reageren.
Hoe vaak komt het voor dat klanten hiernaar informeren?
“De tijdklemmen waren al vervallen in bijzondere situaties zoals scheidingen. Daar is bij gekomen dat het om elke willekeurige reden mag, mits je het geld gebruikt om af te lossen. In mijn eigen praktijk kom ik het met name tegen wanneer mensen verhuizen. Klanten hebben dan gelezen dat het gunstig kan uitpakken als ze hun spaarpolis beëindigen en dat geld gebruiken voor aflossing. Rekenkundig zou een spaarpolis op de einddatum het meeste moeten opbrengen, maar dat kost wel tijd en inleg en er zijn ook klanten die zeggen ‘de toekomst, daar ben ik wel een beetje klaar mee’.”
Wat voor klanten zijn dat?
“Dat is bijvoorbeeld een stel dat van een hypotheek van twee ton naar een hypotheek van zes ton gaat. Door de fiscale wetgeving moeten ze aflossen op die vier ton die ze aanvullend lenen. Dan vragen ze of de spaarpolis niet onder de vier ton kan worden geplakt als aflossing. Dat kan niet en dat is een aanleiding voor mensen om dan te denken ‘ik hoef ook niet honderd procent af te lossen’. Daarbij speelt ook dat het aflossen tegen een flinke prijs komt in de maandlasten. De daling van de verhouding tussen schuldsom en marktwaarde wordt ook vaak beloond met rentekorting. Daar komt bij dat de tarieven voor aflossingsvrije producten waar banksparen onder valt vaak een stuk hoger zijn geprijsd.”
Een aflossingsvrije hypotheek wordt duurder dan een annuïtaire hypotheek?
“Ja, je ziet dat die verschillen groter aan het worden zijn. Waar het verschil vroeger nihil was of maximaal 0,2 procentpunt, loopt dat intussen op tot 0,55. Het lijkt er een beetje op dat sommige banken annuïtair aflossen belonen en aflossingsvrij ontmoedigen.”
Klanten die een opbouwproduct willen verhuizen, hebben minder keuze. Kan dat reden zijn om de opbouw te stoppen?
“Als je een annuïteitenhypotheek wil en geen uitzonderingssituatie hebt, heb je vijftig producten om uit te kiezen. Kom je met een bankspaarproduct onder je arm, dan blijven er daar nog geen twintig van over. Dat zijn over het algemeen de grote jongens die voor elke klant klaarstaan. Met deze oplopende renteverschillen kan het best zo zijn dat er een moment is waarop een hypotheek bij een wat kleinere partij met lagere tarieven goedkoper is. Dan is het gewoon rekenwerk, een kwestie van in een module een aantal rekenvoorbeelden naast elkaar zetten. Toch wordt je soms wel verrast. Dan denk je dat dit veel goedkoper moet zijn, maar dat valt dan toch tegen. Ik zie in mijn eigen praktijk dan ook dat het verhuizen van producten veel vaker voorkomt dan het afkopen.”