“Met de juiste aandacht kan een aflossingsvrije hypotheek een passend product zijn,” vindt Zdenka van Schaik, Manager Lenen en Sparen bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Ze vertelt graag hoe de gedragstoezichthouder de problematiek omtrent aflossingsvrij ziet.
Aflossingsvrij is een goed product, mits…
Dat de AFM niet enkel ‘tegen’ aflossingsvrije hypotheken is, brengt het wel vaker naar buiten, met nuance. De aflossingsvrije hypotheek biedt in veel gevallen een stuk extra financiële flexibiliteit, vindt Van Schaik “In de basis kan een aflossingsvrije hypotheek dus ook een goed product zijn. Van belang is daarbij dat ook aflossingsvrije hypotheken aan het einde van de looptijd moeten worden afgelost of geherfinancierd (wat in de meeste gevallen mogelijk is bij geldverstrekkers). Het is belangrijk dat mensen zich hiervan bewust zijn en daarvoor ook sparen en op een andere manier buffers opbouwen. Of dat ze in ieder geval een ander plan hebben voor het eind van de looptijd. Het kan natuurlijk ook zijn dat mensen het prima vinden om tegen die tijd hun huis te verkopen. Ook goed, als mensen maar weten dat er dan ook een restschuld over kan blijven als de situatie zich voordoet waarbij het huis onder water staat.”
Pijnpunt
Hiermee raakt Van Schaik direct de gevoelige snaar van het kamp ‘tegen de aflossingsvrije hypotheek’. Als mensen de voorwaarden niet goed (genoeg) snappen, is de kans aanwezig dat ze aan het eind van de looptijd teleurgesteld zijn en zelfs onvoorziene financiële problemen krijgen. Het inkomen kan niet langer toereikend zijn om de hypotheek volledig te herfinancieren of mensen blijven alsnog zitten met een restschuld. “Nu kun je dat natuurlijk voorkomen door te sparen gedurende de looptijd van de hypotheek,” stelt Van Schaik. “Het Nibud adviseert om sowieso 10% van het netto inkomen te sparen. De huidige coronacrisis heeft blootgelegd hoe belangrijk het is om financiële buffers te hebben. De vraag is of mensen dit advies kennen en zich bewust zijn van het financiële risico dat ze lopen als ze niet sparen.”
Grote rol voor de hypotheekadviseur
Vanuit de AFM is vooral veel contact met geldverstrekkers over de aflossingsvrij-kwestie. “Verstrekkers ontwikkelen de producten en zijn daarvoor verantwoordelijk, dus daar zijn we aan het goede adres.” Dat wil volgens van Schaik niet zeggen dat de AFM de rol van de hypotheekadviseur niet belangrijk zou vinden. “Integendeel. Zeker als het aankomt op beoordeling van de persoonlijke financiële situatie en de voorlichting over producten, is de rol van de adviseur cruciaal.”
Als de klant een plan heeft voor het eind van de looptijd van de aflossingsvrije hypotheek is het volgens van Schaik een passend en flexibel product. “Hier is de rol van de hypotheekadviseur groot denk ik. Die staat vooraan en kent de klant echt. Niet alleen de financiën, maar ook hoe de klant verder in elkaar zit. De hypotheekadviseur kan bijvoorbeeld het beste inschatten of het bestedingspatroon en de wensen van de klant wel bij elkaar passen.”
De sector is zelf vrij om oplossingen aan te dragen
De AFM ziet dat de markt momenteel de eventuele problemen met aflossingsvrije hypotheken zelf goed oppakt. Door klanten te benaderen en te informeren over de risico’s van hun aflossingsvrije hypotheek en voorlichting te geven over handelingsperspectieven. “Dat maakt onze manier van toezicht houden ook anders,” meent Van Schaik. “We verschuiven van een rule based-werkwijze, naar een meer principle based-systeem. De geldverstrekkers krijgen daardoor vooral de ruimte om de aanpak zelf zo in te richten, dat die optimaal past bij de behoeftes van de klant.”
De AFM heeft aan de geldverstrekkers een set van algemene verwachtingen gecommuniceerd, over de nazorg voor klanten met een aflossingsvrije hypotheek. Achteraf wordt getoetst of de manier waarop de geldverstrekkers invulling geven aan deze verwachtingen, in het belang van de klant is en effectief is in het behalen van de doelstellingen. “De markt is op deze manier zelf vrij om oplossingen aan te dragen. Dit doen de geldverstrekkers en adviseurs tot nu toe goed en daar zijn we blij mee,”besluit Van Schaik.