Kunt u ons in een notendop vertellen over uw sportieve en maatschappelijke carrière?
“Vanaf 1967 - ik was toen 15 - hockeyde ik in het eerste van Klein Zwitserland (toen nog HHYC). Drie jaar later zat ik bij de selectie van onze nationale ploeg. Uiteindelijk heb ik 202 interlands mogen spelen. De hoogtepunten uit mijn carrière waren toch wel de wereldtitel In 1973 en de Olympische Spelen in München (1972) en in Los Angeles (1984). Twee jaar later vond ik het mooi geweest. Ik stopte na bijna twintig jaar met topsport en kon me vanaf toen volledig focussen op m’n eigen bedrijf Ties Kruize Verzekeringen. Dat run ik al sinds 1972 en tot op de dag van vandaag met heel veel plezier.”
Hoe komt een tophockeyer op het idee om een verzekeringskantoor te beginnen?
“Ik heb eigenlijk in alles mijn vader gevolgd. Mijn vader heeft zo’n tien jaar voor Oranje gehockeyd. Ik vond dat prachtig en besloot op jonge leeftijd dat ik hier heel hard voor wilde trainen. En zo geschiedde. In 1967 begon mijn vader een eigen assurantiekantoor in Den Haag. In 1971 was ik klaar met de HBS, maar ik had geen idee wat ik wilde doen. Ik ging in dienst, maar krijg veel vrij om me voor te bereiden op de Spelen van ‘72. Die tijd gebruikte ik ook om assurantiecursussen te volgen. Toen de Spelen voorbij waren, ging ik voor m’n vaders kantoor werken. Hij is helaas vroeg overleden, dus nam ik de zaak over. Ik raad wel iedere (top)sporter aan om naast de carrière ‘er iets bij’ te doen. Er zijn tegenwoordig gelukkig veel bedrijven die ze daarbij willen ondersteunen.”
Wat heeft u in de sport geleerd wat u later nog kon toepassen in het ondernemerschap?
“Als je vandaag in een toernooi een wedstrijd verliest, moet je er morgen alweer staan. Je moet je direct weer oprichten. Datzelfde geldt voor ondernemers. Als een zaak een keer niet doorgaat, moet je niet bij de pakken neer gaan zitten. Relativeer het en richt je op de volgende zaak. Zulk doorzettingsvermogen leer je niet uit boeken, maar wel uit de dagelijkse praktijk in de (top)sport. Dat relativeren heb ik ook geleerd na een zwaar auto-ongeluk in 1975. Ik was op sterven na dood. Bijna niemand geloofde dat ik ooit nog normaal zou kunnen lopen, laat staan sporten, maar na 1,5 jaar bloed, zweet en tranen is dat me wel gelukt. Ook al was ik ontzettend blij dat ik weer kon sporten, die ervaring leerde me wel dat er belangrijkere dingen zijn dan hockey.
Waarom is het belangrijk om als ondernemer te blijven sporten?
“Heel eerlijk, toen ik net gestopt was met topsport vond ik het heerlijk een tijdje helemaal niks te doen. Maar na verloop van (best lange) tijd, besefte ik dat ik weer moest bewegen. Het geeft gewoon een lekker gevoel. Ik ging weer redelijk actief sporten. Nu ben ik 67 en houd ik het bij stevig wandelen, fietsen en - mijn favoriete bezigheid - golfen. Ik loop ook elke dag trouw ‘het ommetje van professor Erik Scherder’. Dat betekent 25 minuten stevig doorwandelen. Kortom, hoe oud je ook bent en welk beroep je ook hebt, bewegen is voor iedereen goed voor lijf én geest.