Dé Nederlandse woningmarkt bestaat niet. Er zijn grote verschillen tussen provincies, gemeenten en zelfs binnen gemeenten. Daarnaast is er natuurlijk de tegenstelling tussen de grote steden en het landelijk gebied. Kop-Munt brengt deze verschillen in kaart. In twaalf weken reizen we kriskras het hele land door. We starten in Noordoost-Groningen, een gebied dat de afgelopen jaren is geteisterd door aardbevingen.
In Groningen is er een groot verschil tussen de stad Groningen, waar de woningmarkt oververhit is, en de rest van de provincie. In Noordoost-Groningen komen de aardbevingsproblematiek en moeilijke economische omstandigheden daar nog eens bij, vertelt makelaar Jan Palland van Makelaardij Groningen.
De politiek neemt de aardbevingsproblematiek heel serieus en de gaskraan gaat dicht. Is het al te merken op de woningmarkt?
“Die aardbevingen hebben zoveel media-aandacht gehad dat ze tot in Limburg precies weten waar Loppersum ligt. Het gaat dus nog wel even duren voordat dit uit het collectieve geheugen is gewist. Maar er zijn ook daar mensen met kinderen die willen verhuizen naar een grotere woning . Zij kennen de lokale problematiek en kunnen nu relatief goedkoop een huis kopen. De mate van succes heeft ook te maken met de publiciteit die je als makelaar aan een huis geeft.”
Wat is dan een goede aanpak?
“Wij werken bijvoorbeeld met Facebook-acties. Als je daarmee een beetje mikt op een oververhit gebied als de stad Groningen en erop wijst dat het maar een kwartiertje rijden is, dan zet je toch wel een aantal mensen aan het denken.”
De oververhitte markt in de stad helpt ook hier de omliggende gemeenten?
“Ja, maar men gaat wel meer naar de zuidkant en de westkant van de stad dan vroeger. Op het moment dat je naar een dorp gaat, kijk je naar de voorzieningen. Als die gelijk zijn en het ene dorp ligt wel in aardbevingsgebied en het andere niet, dan is de keuze niet zo moeilijk. Mensen met een kleinere portemonnee gingen altijd naar het noordoosten, als je meer te besteden had kwamen Haren, Paterswolde en Zuidlaren in beeld. Dat is nog steeds zo maar het gat is wel groter geworden.”
Tot hoe ver buiten de stad is dat overloopeffect er?
“Vroeger was dat tien kilometer, nu is het vijftien kilometer. Ik denk dat dit door de elektrische fiets komt. Tegen de grens met Duitsland kom je in krimpgebied. Daar is het probleem vooral een gebrek aan voorzieningen. Supermarkten en banken gaan dicht, jonge gezinnen gaan weg. Je moet er wel wat voor over hebben wil je daar gaan wonen. Dat blijft ook zo, aardbevingen of niet.”
Volgende week reizen we af naar de regio Eindhoven...