Woensdag lees je deel 2 van dit artikel op Kop-Munt.nl.
De woningmarkt herstelt, maar de verschillen per regio lopen steeds meer uit elkaar. Wat betekent dat voor de hypotheekadviseur die in de krimpgebieden opereert?
“Het gaat inderdaad de goede kant op, maar we mogen de markt zeker niet over één kam scheren. In Amsterdam toont de markt tekenen van overspanning, terwijl in specifieke regio’s binnen Groningen en Limburg juist krimp zichtbaar is. Die verschillen zijn over tien jaar waarschijnlijk nog veel groter dan nu. De adviseur die in een krimpgebied werkzaam is, zal meer verstand moeten hebben van de plannen van gemeente en provincie. Saneren van woningen, herontwikkelen, opwaarderen; dat zijn de thema’s die hij meer en meer tegenkomt. De adviseur anno 2020 moet goed in staat zijn de consument over de verkoopbaarheid van diens woning te informeren.”
Ook op de hypotheekmarkt is veel verandering gaande. Hoe kijkt u aan tegen de komst van al die nieuwe spelers?
“Ook het afgelopen jaar hebben we weer een aantal nieuwe spelers mogen verwelkomen. Daar zitten twee kanten aan. Ik vind het enerzijds positief omdat de consument dan meer te kiezen heeft. Maar de vraag rijst ook welk commitment internationale spelers tonen voor het klantbelang op langere termijn. Daarnaast is het belang voor de Nederlandse hypotheekmarkt van nieuwe toetreders gekoppeld aan de vraag of er op termijn voldoende funding is binnen Nederland voor de verstrekking van hypotheken.”
En als het antwoord daarop straks ‘nee’ zou zijn?
“Dat sluit ik niet uit. Je ziet nu al dat grootbanken minder appetijt hebben om hypotheken te verstrekken. Verzekeraars en pensioenfondsen springen daar dan weer op in. Maar mocht het plafond worden bereikt, dan zullen meer internationale beleggers de Nederlandse markt moeten betreden. Om dat te bereiken, mag de positionering van de Nederlandse hypotheekmarkt nog wel wat sterker.”
De laatste jaren heeft in de regelgeving de nadruk sterk op stabiliteit en veiligheid gelegen. Zijn we daarin niet een beetje doorgeslagen?
“Laat ik voorop stellen dat wij met het product NHG natuurlijk ook voor veiligheid gaan. Wij willen de stabiele factor zijn. Maar voor een gezonde markt is het essentieel de balans te vinden tussen wat verantwoord, en wat er mogelijk is. Ik denk dat de combinatie van regeldruk en de wens vanuit de consument om alles sneller en goedkoper te krijgen, ertoe heeft geleid dat we meer richting standaardisering zijn gegaan. En dan moet je oppassen. Er moet wel ruimte blijven voor maatwerk, zodat je verschillende doelgroepen kunt bedienen.”
Laten we het eens hebben over een van die doelgroepen: zzp’ers. Wat doet het WEW om voor die doelgroep een hypotheek toegankelijker te maken?
“We hebben gehoor gegeven aan de roep om een oplossing voor deze groep mensen te vinden. Voor zzp’ers die minstens drie jaar een inkomen hebben genoten uit dezelfde onderneming zijn er al mogelijkheden om een hypotheek met NHG te sluiten, hoewel het proces nog wel te wensen over laat. Enkele initiatieven bieden ook mogelijkheden aan voor zzp’ers die korter bezig zijn. Maar wij vinden dat het makkelijker moet en dat eigenwoningbezit niet mag afhangen van de contractvorm. We krijgen bijvoorbeeld regelmatig van adviseurs te horen dat ze veel drempels ervaren bij de aanvraag. We zijn met een initiatief bezig om hier met een NHG-hypotheek een oplossing voor te bieden. Dat doen we vooralsnog met een klein aantal expertpartijen waar de geldverstrekker je naar doorverwijst. Straks kunnen adviseurs dus een hypotheek aanbieden aan consumenten die minstens een jaar actief zijn als zzp’er.”
Mooi initiatief. Maar waarom nu pas?
“De mogelijkheden voor de grootste groep zzp’ers waren er al wel, maar konden beter. En met de startende zzp’ers hebben we nu pas voldoende ervaring opgedaan. We hebben ook een risicoanalyse uitgevoerd, want het moet wel verantwoord zijn voor consument, borgsteller en geldverstrekker. Maar het had inderdaad wellicht eerder gemoeten.”
En dan die andere doelgroep: ouderen. Heeft het WEW daar ook al een oplossing voor?
“Dit is zeker een aandachtspunt. De groep ouderen wordt groter en doordat mensen ouder worden en vaker zelfstandig blijven wonen, verandert hun behoefte. We zien helaas dat een groep ouderen vanwege lage inkomsten (bijvoorbeeld AOW en beperkt pensioen) zich gedwongen voelt tot verkoop van de woning, terwijl er misschien mogelijkheden zijn om de waarde in de woning te verzilveren als aanvulling op het pensioen. Voor andere mensen spelen weer thema’s zoals woningaanpassingen. Zij hebben een financieringsbehoefte om bijvoorbeeld een traplift te installeren of de benedenlaag geschikt te maken voor bewoning. Als maatschappelijke organisatie zien we dit als belangrijke ontwikkeling. We hebben er nog geen oplossing voor, maar zijn er volop mee bezig.”
Lezersvraag: Bij het oversluiten van een hypotheek is een kwaliteitsverbetering vereist. Bijna iedereen doet dan een ‘verbouwing’ van honderd euro. Waarom wordt aan deze regel vastgehouden als het WEW toch ook weet dat het een wassen neus is?
“Gelukkig wordt het gros wel gebruikt voor kwaliteitsverbetering. We zien echter inderdaad ook dat woningverbetering soms als excuus wordt gebruikt. In onze systemen zien we dan niet echt bedragen van honderd euro, maar wel bedragen onder vijfhonderd euro. We erkennen dat het gebeurt en zijn dan ook bezig om die zogenaamde deurklinkregeling aan te pakken.”
Woensdag lees je deel 2 van dit artikel op Kop-Munt.nl.