Het alleen het versimpelen van de tekst leidt er nog niet toe dat veel meer mensen begrijpen wat er staat, daarvoor is nog meer nodig. Onderzoekster Marloes Herijgers van de Universiteit Utrecht gaat in op mogelijke verbeteringen, zodat de akte meer aansluit op de belevingswereld van ‘de hypotheekgever’, zoals de klant in de hypotheekakte heet.
Hoe hebben jullie de leesbaarheid onderzocht?
“We keken daarbij naar drie dingen: de moeilijkheidsgraad van woorden, de complexiteit van zinnen en de informatiedichtheid. We hebben vervolgens de vergelijking gemaakt met andere tekstsoorten. Daaruit bleek dat hypotheekaktes met kop en schouders boven de rest uitstaken. Daarna hebben we panels met leden van de Vereniging Eigen Huis gevraagd wat zij moeilijk vinden aan de hypotheekakte en wat ze zouden willen dat er verandert. Op basis van die input hebben we de akte herschreven en getest hoe de nieuwe akte beviel in vergelijking met de oude.”
Wat was er anders?
“We hebben geprobeerd om de meest complexe woorden te vervangen door meer gangbare woorden. Ook hebben we veel complexe zinnen herschreven. Dat is natuurlijk altijd moeilijk omdat dit juridische documenten zijn die een bepaalde status hebben. Het is ook een van de alleroudste documenten die nog in gebruik zijn. Ik geloof dat er in 1788 al hypotheekaktes werden gebruikt. Omdat het document zo oud is, durven mensen het ook niet te veranderen.”
Wat was het effect van de veranderingen die jullie hebben doorgevoerd?
Op basis van passages uit de aktes moesten proefpersonen aangeven wat er stond. Met de originele versie werd 57 procent van de vragen die we hadden afgenomen begrepen. Met de nieuwe versie steeg het begrip naar 69 procent. Het is een verbetering, maar er valt nog meer progressie te behalen.”
Wat zou een volgende stap kunnen zijn om het begrip verder te vergroten?
“Je zou kunnen kijken of er informatie in staat die eigenlijk overbodig is. Daarnaast is de akte een zekerheid voor de hypotheekaanbieder en is deze daarom vanuit dat perspectief opgesteld. Als je het omdraait en vanuit de klant gaat schrijven, verandert er van alles.”
Wat zou er dan concreet anders zijn?
“Je zou meer kunnen denken vanuit scenario’s waarmee de klant te maken kan krijgen. Wat gebeurt er met de hypotheek als een van de twee bijvoorbeeld gewoon de deur achter zich dicht trekt en met de noorderzon vertrekt? Of, wat gebeurt er in het geval van een scheiding of overlijden? De klant krijgt dan een beter beeld wat de mogelijke consequenties zijn van het feit dat hij een hypotheek aangaat. Iedereen zou het moeten kunnen begrijpen, want het kan nogal wat gevolgen hebben als je het niet goed begrepen hebt.”