Jongeren zelf een stem geven in het debat over woonstarters, dat was het doel van WoonLab Utrecht. Het Woonlab gaf jongeren de mogelijkheid om in groepen na te denken over de belangrijkste vraagstukken over huren in Utrecht. Met de uitkomsten willen zij de gemeente Utrecht, woningbouwcorporaties en huurdersorganisaties adviseren en inspireren. Semih Eski, voorzitter van CNV Jongeren, vertelt hier meer over.
Het Woonlab
Woonlab is een initiatief van CNV Jongeren in samenwerking met de Woonbond en verschillende Utrechtse woningcorporaties. Eski: “In onze achterban leefde niet alleen het gevoel dat jongeren er moeilijk tussenkomen op de woningmarkt, maar ook dat zij niet worden gehoord. Daarom wilden wij een project starten waarin jongeren ook de kans kregen om mee te praten. Zo is Woonlab geboren.”
“Binnen Woonlab hebben 35 deelnemers in vier groepen nagedacht over de belangrijkste vraagstukken in Utrecht. Deze vraagstukken waren beschikbaarheid, betaalbaarheid, leefbaarheid en medezeggenschap”, vervolgt Eski. “De adviezen en ideeën die uit de groepen naar voren zijn gekomen zijn eind 2017 gebundeld in een visieboek en gepresenteerd aan de gemeente en de corporaties.” Voor wat betreft de twee grootste thema’s, beschikbaarheid en betaalbaarheid, heeft Woonlab onder meer ideeën aangedragen voor meer loting, het loslaten van voorrangsregelingen voor ouderen en meer bouwen in het segment middenhuur. Eski: ”Er moet sowieso veel meer gebouwd worden voor starters, niet alleen in de huurmarkt, maar ook zeker in de koopmarkt. ”
De suggesties die Woonlab deed liggen nu een aantal maanden bij de gemeente en de corporaties. Op de vraag welk vervolg zij eraan hebben gegeven antwoordt Eski: “Allereerst zijn we heel erg blij dat we advies hebben kunnen geven aan de gemeente en woningbouwcorporaties. Het vraagstuk was nog niet eerder opgepakt zoals wij dat hebben gedaan. We hopen nu dat onze adviezen niet in een la verdwijnen, maar echt worden opgepakt. Het ligt dus nog even bij de gemeente en de corporaties. De laatste tijd is de problematiek van woonstarters veel in het nieuws, het wordt nu tijd dat de lokale politiek er ook meer aandacht aan gaat geven en concreet actie gaat ondernemen.”
Een integrale visie op starters
Eski hoopt daarbij op een integrale visie van de politiek en maatschappelijke organisaties op startersproblemen. “Starters dreigen nu echt op meerdere vlakken tussen wal en het schip te vallen. En dat wordt zo langzamerhand een maatschappelijk probleem, waar veel meer aandacht voor moet komen”, aldus Eski. “Ik zou graag zien dat de krapte op de woningmarkt voor starters wordt bezien in samenhang met andere startersonderwerpen. Denk daarbij aan de scherpe financieringseisen, de problematiek rondom de studieschuld en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Als we zo doorgaan komen ze nergens meer tussen. En dat kan niet de bedoeling zijn. Ook mijn generatie moet eigenaar kunnen worden van een eigen woning.”
Op de vraag of starters daar ook zelf nog iets aan kunnen bijdragen antwoordt Eski: “Jazeker, wij moeten ons veel beter organiseren en gezamenlijk onze stem laten horen. Met zijn allen sta je sterker. We zijn een generatie met veel potentie, maar waren in de crisis wel vaak een vergeten generatie. Door onze stem te laten horen worden we hopelijk een generatie die weer hoog op de agenda staat.”