10 jaar na invoering van het huidige pensioenstelsel, ligt er een nieuw uitgewerkt akkoord op tafel. De onderhandelende partijen noemen het ‘een historische stap voorwaarts’. Maar wat gaan we hier concreet van merken? We kijken vooruit met Financieel Planner Oskar Barendse.
Tot 2026 verandert er in principe niets aan het huidige stelsel. Minister Koolmees (Sociale Zaken) kon zelfs niet uitsluiten dat er in de tussentijd nog gekort wordt op lopende uitkeringen en opgebouwde pensioenrechten.
Schijnzekerheid van gegarandeerd pensioenbedrag verdwijnt
Per 2026 worden de ‘garanties’ losgelaten. Volgens Barendse is dit een groot voordeel van het nieuwe stelsel: “Als je nu inlogt op mijnpensioenoverzicht.nl zie je Uw pensioen vanaf 68 jaar is ... euro. Die ‘garantie’ is straks voorbij. Wat mij betreft een goede ontwikkeling, want die toezegging is vooral een grote schijnzekerheid. De pensioenen zijn de afgelopen jaren stelselmatig te weinig of zelfs helemaal niet geïndexeerd op basis van de inflatie. Bovendien hangt er continu een dreiging dat er er gekort wordt op de pensioenen. Kortom, dat beloofde bedrag zegt eigenlijk niet zoveel.”
Kans op een goed pensioen alleen maar groter
In het nieuwe stelsel hangt de hoogte van het pensioen af van de beleggingswaarde in de (gezamenlijke) pensioenpot. Het uit te keren bedrag wijzigt continu en beweegt mee met de ontwikkeling op de beurs. Reden voor de SP om dit een ‘gokpensioen’ te noemen, maar Barendse ziet dit anders.
“De kans dat je een goed pensioen ontvangt, wordt alleen maar groter. In het huidige stelsel wordt de hoogte van je pensioen voornamelijk bepaalt door de rente. In de nieuwe situatie wordt de hele beleggingsmix meegenomen, waar de rente slechts een onderdeel van is. Zo krijg je dus een veel realistischere waarde van de (gezamenlijke) pensioenpot. Volgens mij is dat juist minder gokken. Zeker als je bedenkt dat de beleggingswaarde van alle pensioenfondsen sinds de vorige crisis is gestegen van € 655 miljard in 2008 naar € 1.443 miljard begin dit jaar. Dat is met 120% toch een aardig rendement.”
Pensioengat voor 45- tot 55-jarigen waar je ‘u’ tegen zegt
Het nieuwe stelsel is niet voor iedereen voordeliger. Doordat we afscheid nemen van de ‘doorsneesystematiek’ ontstaat er voor een bepaalde leeftijdsgroep een pensioengat. In dit huidige systeem levert de ingelegde euro van iemand van 27 net zoveel pensioenopbouw op als de euro van een 47-jarige. Maar de inleg van een jong persoon rendeert langer is feitelijk dus meer waard. De jongere subsidieert de oudere werknemer.
“Er komt dus een nieuw en eerlijker systeem, maar door de invoering ervan loopt een hele groep tegen een pensioengat aan waar je ‘u’ tegen zegt. Ben je in 2026 tussen de - pakweg - 45 en 55 jaar oud? Dan loop je geld mis. Je ingelegde euro’s renderen al heel lang, maar door de invoering van het nieuwe systeem pluk je er niet de vruchten van. Dat gaat in totaal om tientallen miljarden. Het akkoord biedt een multi-interpretabele uitweg: ‘De mensen bij wie dit het meest speelt - met een verzekerde pensioenregeling - mogen hun opgebouwde rechten behouden’. Ik moet nog zien hoe dat straks uitpakt”, aldus Barendse.
Iedereen gaat inzien dat je ook zelf actie moet ondernemen
Mensen denken nog te vaak dat hun werkgever het pensioen regelt en dat je er zelf niets meer aan hoeft te doen. Barendse waarschuwt in zijn webinars over pensioen al lange tijd voor dit misverstand. Zijn motto: ‘Het ene doen en het andere niet nalaten’.
“Je bent echt zelf verantwoordelijk voor je pensioenopbouw. Dat je werkgever je hierbij helpt door een deel van je salaris direct over te maken naar een pensioenfonds, is mooi. Toch loop je grote kans dat dit onvoldoende is om straks je oude dag te kunnen leven die je nu voor ogen hebt. Zet daarom nu zelf ook geld opzij voor later. Hoe langer je daarmee wacht, des te onbereikbaarder je dromen worden. Dat kan door te sparen, maar als je meer tijd hebt moet je ook zeker beleggen overwegen. Met de afschaffing van de ‘garanties’, hoop ik dat dit nieuwe stelsel dat nog veel duidelijker maakt.”