Individuele winst, geen structurele oplossing: de beperkingen van schenkingen op de woningmarkt

28 april 2025 Leestijd ± 4minuten
Individuele winst, geen structurele oplossing: de beperkingen van schenkingen op de woningmarkt

Elke week bespreken we het belangrijkste nieuws uit de hypotheeksector met een adviseur. Deze week hebben we het met Rémon Grimbergen van De Hypotheekshop in Lisse over de financiële hulp van ouders bij de aankoop van een woning en de starterslening. 

Uit onderzoek van ING blijkt dat steeds meer starters financiële hulp krijgen van hun ouders bij de aankoop van een woning. Volgens de bank zorgt dit voor prijsopdrijving en vergroot het de ongelijkheid op de markt. Hoe kijk jij aan tegen deze ontwikkeling en de rol van schenkingen binnen de woningmarkt? 

“Ook wij zien in toenemende mate dat starters financiële hulp van hun ouders nodig hebben om hun eerste woning te kunnen kopen. Die schenkingen zijn uiteraard goed bedoeld – ouders willen hun kinderen graag op weg helpen. Toch begrijp ik de zorgen hierover. Want hoewel het individuele starters helpt, zorgt het er tegelijkertijd voor dat vooral jongeren met vermogende ouders meer kunnen bieden. Dat drijft de huizenprijzen verder op en vergroot de kloof tussen starters mét en zonder financiële steun.” 

“Sinds het afschaffen van de jubelton is de bereidheid tot schenken nauwelijks afgenomen. Integendeel: ouders en grootouders zoeken nu andere routes, zoals een familielening die jaarlijks wordt kwijtgescholden. De vorm verandert, maar het effect op de woningmarkt blijft gelijk. Dat zie je ook terug in de cijfers: het gemiddeld ingebrachte eigen geld onder starters is in een paar jaar tijd gestegen van €35.000 naar €45.000, en die trend zet zich dit jaar gewoon voort. Voor starters zonder schenking wordt het traject daarmee ingewikkelder, maar zeker niet onmogelijk. Het is vooral belangrijk dat zij realistisch kijken naar wat binnen hun budget past en zich niet laten ontmoedigen. Niet elke woning wordt boven de vraagprijs verkocht, maar je hebt vaak meer tijd en geduld nodig om een passende woning te vinden. In onze praktijk zien we dat deze groep uiteindelijk óók slaagt, mits er goed wordt gekeken naar mogelijkheden binnen de financiële kaders.” 

“Kortom: schenkingen bieden uitkomst voor het individu, maar lossen de structurele problemen op de woningmarkt niet op. Voor echte verbetering is beleid nodig dat gericht is op gelijke kansen en een beter betaalbaar woningaanbod. Anders blijft de ongelijkheid groeien.” 

Hoe kijk jij naar maatregelen zoals de starterslening? Helpen die starters écht, of drijven ze ook de prijzen op? 

“De starterslening is in de basis een waardevol instrument om starters op de woningmarkt te ondersteunen. Het helpt met het overbruggen van het verschil tussen de maximale hypotheek die een starter kan krijgen en de daadwerkelijke koopsom van een woning. Dit zonder dat het prijsopdrijvend werkt, omdat de totale financiering – inclusief starterslening – nooit hoger mag zijn dan de marktwaarde van de woning. Overbieden boven die waarde moet altijd met eigen geld worden gedekt.” 

“Toch zijn er kanttekeningen. Niet elke gemeente biedt deze lening aan, en de voorwaarden verschillen per gemeente. Dit zorgt voor ongelijkheid en onduidelijkheid. In sommige gemeenten is het budget bijvoorbeeld snel op of zijn de voorwaarden dusdanig streng dat ze moeilijk toegankelijk zijn. Dat maakt het lastig voor starters om goed geïnformeerd te beslissen, en hier ligt ook een rol voor adviseurs om duidelijkheid te scheppen.” 

“Idealiter zouden alle gemeenten deelnemen aan de regeling, met uniforme voorwaarden. Dat zou het systeem transparanter en toegankelijker maken. In de praktijk merken we dat veel starters nog onvoldoende bekend zijn met de mogelijkheden van de starterslening of afhaken door onduidelijke informatievoorziening. Wanneer ze echter goed worden geïnformeerd, ervaren veel starters de lening als een welkome kans om tóch dat ene huis te kunnen kopen.” 

“Het is wel belangrijk om te benadrukken dat een starterslening vooral zinvol is bij een substantiëler tekort, bijvoorbeeld tussen de €40.000 en €50.000. Voor kleinere bedragen is het traject vaak te omslachtig en kostbaar in verhouding tot het voordeel. Kortom: de starterslening is geen oorzaak van prijsopdrijving, maar wel een nuttig vangnet – mits goed toegepast en beter afgestemd op landelijk niveau.” 

Nieuwsbrief

Als eerste de achtergronden bij het hypotheeknieuws lezen? Benieuwd naar opinies uit de markt? Een voorsprong nemen op je kennistest-tegenstanders? Meld je aan voor de nieuwsbrief en je mist nooit meer iets op www.kop-munt.nl

 

Om u beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Als u verder gaat op onze website gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer weten? Lees dan de privacy policy.