Door de stijging van de vaste lasten is een buffer aanleggen belangrijk geworden voor driekwart van de Nederlanders. Zij voelen de inflatie en de stijgende energieprijzen in hun portemonnee en vrezen dat zij hierdoor in de toekomst hun spaargeld moeten aanwenden. Dat blijkt uit onderzoek van MUNT Hypotheken onder meer dan duizend mensen met een hypotheek.
Mochten de vaste lasten volgend jaar verder stijgen, dan denkt ruim veertig procent van alle Nederlanders hun spaargeld te moeten gebruiken. De verwachtingen zijn over het algemeen pessimistisch. 84 procent van de mensen met een hypotheek denkt dat de vaste lasten volgend jaar zullen stijgen.
77 procent vindt het aanleggen van een buffer dan ook belangrijker geworden. “Het is heel goed dat veel Nederlanders over een financieel vangnet nadenken, al moet je natuurlijk wel de financiële ruimte hebben om überhaupt een buffer aan te kúnnen leggen”, aldus Ellen Hensbergen, directeur bij MUNT Hypotheken. “Toch lukt dit vaker dan wordt gedacht. Mensen die zich zorgen maken of niet weten waar ze moeten beginnen, kunnen hiervoor terecht bij hypotheek- of financiële adviseurs, die in bijna elke situatie kunnen helpen.”
Niet-noodzakelijke levensbehoeften
Een belangrijke eerste stap is een overzicht maken van de maandelijkse uitgaven. Nederlanders beknibbelen bij stijgende kosten van levensonderhoud vaak eerst op niet-noodzakelijke levensbehoeften, zo blijkt uit het onderzoek. Zestig procent geeft momenteel minder uit aan dagjes of avondjes uit en luxeproducten. Vooral twintigers (82%) en dertigers (66%) besparen op dat vlak.
Naast leeftijd ziet MUNT Hypotheken ook een verschil tussen geslacht. Vrouwen geven minder dan voorheen uit aan niet-noodzakelijke levensbehoeften dan mannen. Zij vinden daarnaast een buffer opbouwen belangrijker en denken eerder hun spaargeld te moeten aanwenden, als de vaste lasten blijven stijgen, dan mannen.
Inkomensdaling zou funest zijn
Op de vraag welke situatie ervoor zou kunnen zorgen dat de vaste lasten onbetaalbaar worden, antwoordt ruim één derde van de ondervraagden niet vrijwillige inkomensdaling. Anderen geven aan dat een relatiebreuk (25%) of het overlijden van een partner (21%) funest zouden zijn. Hensbergen: “Ook hier geldt dat men kan voorsorteren op een dergelijk scenario, bijvoorbeeld door je te laten informeren over arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisicoverzekeringen.”