Breda is de stad met de hoogste huizenprijzen buiten de randstad. “Deze oververhitting wordt onder andere veroorzaakt door de concurrentie tussen starters en beleggers,” vertelt van Drunen. “Door beleggers die woningen kopen om te verhuren, oftewel buy-to-let, rijzen prijzen echt de pan uit. We zitten ondertussen op een vierkantemeterprijs van 3.000 euro.”
Tijd om maatregelen te nemen
Van Drunen vindt dat het tijd is om maatregelen te nemen, zodat starters beschermd worden tegen de hoge huizenprijzen. “Ik heb het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) gevraagd om te onderzoeken welke maatregelen mogelijk zijn. Hierbij denk ik aan een gemeentelijke heffing, of een hogere overdrachtsbelasting voor woningbeleggers.” Deze maatregelen zijn volgens van Drunen hard nodig om de concurrentie tussen starters en beleggers weer te normaliseren.
Maar woningbeleggers zijn hard nodig
“Het is trouwens niet zo dat ik vind dat er iets mis is met het beleggen in woningen. Sterker nog, ik denk dat we woningbeleggers hard nodig hebben de aankomende tijd,” stelt Van Drunen. Om de druk op de woningmarkt te verlichten, wil Breda de aankomende jaren 6.000 woningen bijbouwen. “Daarvoor zijn investeerders nodig. Echter, door de manier waarop woningbeleggers nu te werk gaan wordt de prijsdruk op de woningmarkt alleen maar groter.
Ik zou liever zien dat de beleggers, in plaats van onderdeel van het probleem, onderdeel worden van de oplossing. Dat kan bijvoorbeeld als meerdere woningbeleggers samenwerken in een soort coöperatie en samen betaalbare nieuwbouwwoningen gaan bouwen, of investeren in het ombouwen van kantoren naar woningen. Hiermee wordt voorkomen dat er overal hap-snap woningen worden opgekocht en beleggers de prijs ook nog eens opdrijven door onderlinge concurrentie.”
Breda is een prima plek voor een pilot
“De druk op de woningmarkt in Breda maakt dat het een prima plek is om te kijken hoe de invloed van buy-to-let in goede banen geleid kan worden,” vindt Van Drunen. “We móéten nu wel aan de slag.
De woningmarkt in Breda is onder andere oververhit doordat mensen wegtrekken uit de randstad, met name Rotterdam. Tel daar de extra druk van de buy-to-let markt bij op en we moeten hoognodig aan de bak. Voor zover ik weet zijn er nog geen andere gemeentes waar maatregelen zijn genomen tegen woningbeleggers. Maar in Breda is de urgentie is nu zo groot dat we wel íets moeten doen.”
Woningcorporaties of samenwerken met beleggers?
Er gaan ook stemmen op om de woningcorporaties meer ruimte te geven. Die kunnen dan de markt reguleren van de woningen nét boven de sociale huurgrens. “Dat klinkt als een goed idee,” vindt ook Van Drunen. “Het punt is alleen dat daar geen ruimte voor is op dit moment. Woningcorporaties hebben hun handen vol aan het bijbouwen van woningen onder de sociale huurgrens. Ze hebben financieel weinig vet meer op de botten. Dat komt ook door excessen uit het verleden. Hoe dan ook, ik denk dat bij woningcorporaties op dit moment weinig praktische mogelijkheden liggen om bij te dragen aan de oplossing voor het middeldure segment.”
Win-win voor belegger én starter
De oplossing voor het middeldure segment ziet Van Drunen wel bij de woningbeleggers, of die nu privé of institutioneel zijn. “Als de gemeente en de beleggers samenwerken, levert dat vooral voordelen op. Voor de beleggers is deze groeimarkt een enorme investeringskans en het voorkomt concurrentie onderling. Wanneer de prijzen dan weer normaliseren door goede afspraken, of maatregelen, heeft de starter op de woningmarkt ook weer meer kansen.”