“Onderhandelen is al heel lang niet meer de standaard”

Overbieden is de norm op de woningmarkt. Het afgelopen kwartaal werd bij twee op de drie huizen overboden, gemiddeld betaalden kopers 4,3 procent boven de vraagprijs. Wordt verkoop per inschrijving weer populair?   

“Ja, dat zie ik zeker. Voornamelijk bij woning die ‘instapklaar’ zijn: daar is veel animo voor. Je mag één keer een bod doen, met de voorwaarde waarvan jij denkt dat ze goed zijn en dan maar hopen dat de verkopende partij voor jou kiest. Vroeger kon je een woning bekijken, een bod plaatsen en vervolgens onderhandelen met de verkoper. Dat onderhandelen is al heel lang niet meer de standaard. Ik zie sinds 2021, in de coronatijd, dat er bijna niet meer wordt geboden met een onderhandelaar tussen de aanbieder en de koper. De interesse in woningen is rond die tijd erg hard gestegen. Met de opkomst van verkoop per inschrijving als gevolg. Bij woningen die lang in de verkoop staan, zoals opknaphuizen, boerderijen of huizen uit een hoger segment, zal er nog weleens een onderhandeling plaatsvinden. Maar over het algemeen is de norm overbieden. Taxatiewaardes zijn niet gelijk aan de koopprijzen. Dat betekent dat je hoogstwaarschijnlijk eigen geld moet inleggen, of geld uit je overwaarde moet gebruiken om over te bieden.” 

Huizenprijzen schieten dus omhoog, maar nieuwbouw komt helaas nog steeds niet van de grond. Wat zou volgens jou kunnen bijdragen aan een oplossing hiervoor? 

“Regelgeving speelt een belangrijke rol hierin en dan vooral rondom de stikstofproblematiek. In de regio waarin ik werk, Oss, Nijmegen, Den Bosch en Eindhoven, komen bouwprojecten stil te liggen of ze worden uitgesteld vanwege regelgeving rondom stikstof. Het zou daarom al een verschil maken als er kleinere bouwprojecten worden gerealiseerd. In plaats van mikken op die 50 woningen, nu eerst beginnen met 10 woningen. Maar dat moeten aannemers ook willen, want het is natuurlijk meer rendabel als zij grotere projecten aannemen.”

“Daarnaast liggen de materiaalprijzen voor nieuwbouw nog steeds aan hoge kant. Niet meer zo gek als vorig jaar, maar alsnog hoog. Ik zie bijvoorbeeld in mijn regio dat deze prijzen in de aankoopsom worden meegenomen. Mensen worden daar onzeker van, want vaak zitten zij vast aan een budget en kan het dus zomaar zijn dat dat budget flink wordt overschreden. Het zou een oplossing kunnen zijn dat als de koopovereenkomst wordt getekend, de aannemer zelf zijn inkoop regelt of realiseert. Het is wel de vraag of dat in de praktijk ook zo makkelijk zou gaan, maar het zou wel voorkomen dat de koper voor verrassingen komt te staan.” 

De nieuwbouwhuizen die er wél komen, worden volgens het CBS steeds kleiner. Kleiner bouwen zou onvermijdelijk zijn om de woningnood op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan micro-appartementen. Hoe kijk jij hiernaar? 

“Ik heb het idee dat het vooral voor eenpersoonshuishouden en starters een oplossing kan zijn. Voor grotere huishoudens, zoals mensen met kinderen, wordt het lastig om kleiner te wonen. Maar als je alleen bent en daarom dus afhankelijk bent van één inkomen, dan wordt het heel moeilijk om aan financiering voor woning te komen. Starters hebben hier vaak ook moeite mee, omdat zij nog niet zo lang werken. Je wilt uiteindelijk toch je eigen plekje. Uit mijn ervaring blijkt dat deze mensen ook niet altijd gelijk willen beginnen met een grote woning, omdat zij dan ook veel maandlasten hebben en nog geld willen overhouden voor leuke dingen zoals uiteten gaan en vakanties. Woonbehoefte wordt ingevuld door de levensfase.”