Per 1 april hoeven huiseigenaren die een spaar- of beleggingsdepot hebben gekoppeld aan hun hypotheek geen ‘boete’ of belasting meer te betalen aan de fiscus als zij binnen vijftien of twintig jaar hun geld uit het depot willen halen. Maar is het ook slim om dat te doen? Volgens Dennis van Lieshout, Directeur en Erkend Hypothecair Planner bij de Hypotheekshop Eindhoven is hier geen eenduidig antwoord op. “Mijn grondhouding is: laat een spaarproduct doorlopen, tenzij er goede redenen zijn om dat niet te doen. Bij een beleggingsproduct heb je drie opties: omzetten, voortzetten of beëindigen.”
Tot 2013 konden klanten bij hun hypothecaire geldlening nog kiezen uit een van de volgende drie ‘aflosproducten’: de Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW), de Spaarrekening Eigen Woning (SEW) of Beleggingsrecht Eigen Woning (BEW). Zij betaalden de hypotheekrente en konden op een aparte geblokkeerde bankrekening of polis onbelast hun aflossing opbouwen door te sparen of beleggen. “Daarom zou ik het ook geen boete noemen, maar gewoon belasting die je betaalt als je de wettelijke regels niet volgt,” legt Van Lieshout uit. “Met een bankspaarproduct kun je tonnen belastingvrij opbouwen. Normaal gesproken had je hier al lang duizenden euro’s belasting over moeten betalen.”
Positief voor de schatkist, meestal negatief voor de huiseigenaar
Wie nu stopt met de opbouw van het spaar- of beleggingsdepot om zijn hypotheek vroegtijdig af te lossen, hoeft daar dus nu geen belasting over te betalen. Van Lieshout: “Fijn voor de overheid die als voordeel ziet dat als veel mensen dit doen, de schuldrest per direct wordt verlaagd. Bovendien neemt het belastingvoordeel af en dat heeft weer een positief effect op de schatkist. Daardoor is de regeling ook vrij soepeltjes door de Tweede Kamer geloodst: hij heeft niet zoveel nadelen, maar wel een positief effect op de schatkist.”
Voor de huiseigenaar is het anders vindt Van Lieshout. “Stel, iemand heeft 200.000 euro geleend en betaalt daar vijf procent rente over en bouwt de aflossing van 200.000 euro in dertig jaar tijd op in een spaardepot. Na tien jaar staat er dan nog maar zo’n 37.500 euro op deze geblokkeerde rekening. Immers, vanwege het effect van rente-op-rente, zit de grote groei van een bankspaarrekening tegen het einde van de looptijd; in de laatste tien jaar moet het bedrag nog bijna verdubbelen. Wie na tien jaar onbelast 37.500 euro vrijmaakt om al een deel van de het geleende geld af te lossen, houdt dan nog altijd een restschuld van 162.500 euro over.” Volgens Van Lieshout kunnen er wel redenen zijn om dit te doen, bijvoorbeeld als iemand zijn maandlasten niet kan betalen, maar rekenkundig is het af te raden.
BEW: voortzetten, afsluiten of omzetten?
Bij een beleggingsverzekering is de situatie weer anders: “Wat is de prognose voor het eindkapitaal? Als dat ver achterloopt op schema, dan is dat wel een reden om aan de beleggingsverzekering te gaan sleutelen. Dan heb je eigenlijk drie keuzes: beëindigen, voortzetten of omzetten naar een bankspaarproduct. Alleen door een goede cijfermatige onderbouwing kun je je klant hier goed adviseren.”
Wat nog kan spelen bij beleggingspolissen is dat de huiseigenaren in totaal al meer aan bruto premies hebben betaald dan de actuele waarde van de polis. “Dan is zo’n polis sowieso niet meer belast”, legt Van Lieshout uit. Er is überhaupt pas een belaste component als de waarde die je nu krijgt hoger is dan het totaal wat je ooit hebt betaald aan dat beleggingsproduct. Bij beleggingsverzekeringen is de beleggingswaarde bijna altijd lager dan de som van de premies. Dan kunnen mensen al onbelast eindigen.”
Maatwerk troef
“Mijn belangrijkste conclusie is dat het voor iedere klant met een dergelijk product maatwerk is. Omzetten of voortzetten is in de meeste gevallen de meest voor de hand liggende optie. Klakkeloos beëindigen om een lagere restschuld te hebben is veel minder logisch, ondanks de voordelen op de kortere termijn. Je stopt immers met opbouwen om direct al een deel af te lossen, maar krijgt daar op de langere termijn de rekening van gepresenteerd."