Op de vrijdagmarkt in het dorp klaagde de visboer uit Spakenburg: “Sparen heeft geen zin want je krijgt niets bij de banken. De inflatie is 4%, dus ik kan beter niets op de bank zetten want daar krijg ik maar een half procent. Ik word gestraft als ik spaar.” 10 punten voor de visboer.
Wanneer is inflatie een probleem? Bij een nieuw rapport van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) of een NOS bericht? Nee, pas als de visboer uit Spakenburg erover begint, dan weet je dat er wat aan de hand is.
Het gesprek over de gasprijs hebben we al eerder gevoerd, sterker, die gasprijs was vervelend maar komt nu met €0,27 per kuub niet in de buurt van de €2,77 in augustus 2022. De lagere energieprijzen zouden nu eerder tot deflatie moeten leiden.
Er zijn echter meerdere soorten inflatie. Allereerst is er de inflatie die komt door een tekort aan wc-papier, tuinmeubelen of andere zaken die in een boot over de wereld zwerven. Dit heet bestedingsinflatie en heeft een ‘tijdelijk’ karakter. Dan is er het fenomeen waarbij supermarkten en andere producenten de prijzen verhogen vanwege ‘gestegen kosten’. Dat is prijsinflatie.
De huidige inflatie is een beetje zoals de regenbuien van afgelopen maanden in combinatie met een hogere zeespiegel en westenwind. Dat is heel véél water en dat moet ergens naartoe. Zo is er nu heel veel geld en dat vindt uiteindelijk ook zijn weg. De ECB was al een paar jaar geld in de economie aan het pompen door het ruimschoots opkopen van staatsobligaties. In de coronaperiode zijn ze daar nog harder mee tekeer gegaan. Daar kwam bij dat particulieren het geld gingen oppotten vanwege de onzekerheid en omdat je er toch niets leuks mee kon doen. Vervolgens volgde de overheid nog met een waaier aan steunprogramma’s. Inderdaad viel de economische impact van corona daardoor mee, maar als zoveel geld de samenleving in wordt gepompt, waar denk je dat het dan gaat eindigen?
Ook toen Corona voorbij was, bleven overheden geld uitgeven, onder meer aan infrastructuur en klimaat. Ook bleef de ECB staatsobligaties kopen om de rente vooral toch maar laag te houden. Daar waren we aan gewend geraakt. Toen er in Oekraïne een lont ontbrandde, triggerde de stijgende energieprijzen een wereldwijde inflatie. Ineens besefte iedereen dat er gewoon veel te veel geld is en dat maakt geld minder waard. En dat noemen we dan structurele inflatie.
Om de geest weer in de fles te krijgen moest de rente worden verhoogd om de economische groei af te remmen. Daardoor zou het geld dan weer opgepot worden in plaats van rond te rollen. Het lukt echter maar moeilijk om de economie tot stilstand te krijgen. Een van de factoren daarbij is de enorm krappe arbeidsmarkt, waardoor de werkloosheid absoluut niet oploopt. In ieder restaurant, kroeg of winkel wordt wel naar personeel gezocht. Een andere factor is dat het tijd kost voordat de hogere rente zijn werk doet. En helaas is het geen wetenschap, dus het blijft gokken hoe lang en hoe hoog de rente moet zijn. Voor je het weet schiet het door en wordt het geen zachte landing.
Gek genoeg helpen de internationale spanningen de centrale banken nu, want de wereldhandel droogt op en dat remt de vraag. In combinatie met de hogere rente lukt het misschien zo om de inflatie te beteugelen. En dan het liefste zonder dat het doorschiet, want op een economische crisis zit niemand te wachten.
Laten we hopen dat de inflatie nu op de weg terug is. Dat zou de ruimte openen om de rente, de andere helft van de tweeling, ook mee te laten zakken. Tot die tijd heeft sparen bij deze rentes weinig zin.
Dus, visboer, mag ik twee rode poon en een forel?