Relatief veel mensen scheiden net na de zomervakantie, zo ook in 2022. Wat gebeurt er dan met de woning? En welke keuzes hebben ex-partners in de huidige woningmarkt? We vragen het twee hypotheekadviseurs.
“Ik zie weleens dat mensen uit elkaar willen, maar dat financieel niet kunnen.” Aan het woord is Ulrike Geerlings, adviseur bij Appels Financieel Advies. De huidige rentestanden in combinatie met een krap, betaalbaar woningaanbod maken de relatiebreuk in sommige huishoudens extra moeilijk. “Het komt voor dat mensen terug moeten naar hun ouders. Dat is een vervelende realiteit, zeker bij aanwezigheid van kinderen.”
Ook Jacqueline van der Vleuten van VDBR Financieel Advies ervaart dat stellen worstelen. “Ik zie steeds minder verschillen in vermogen en salaris tussen partners. Het vervelende is dat als er maximaal is geleend, ze al gauw geen van beiden alleen de hypotheek kunnen dragen.” En dan is er soms ook nog een overwaarde te verdelen. “Dat lukt met eigen vermogen vaak nauwelijks. Er zal dan een stuk meegefinancierd moeten worden. En dat moet tegen de huidige rentestand.”
Een koude kermis
Kersverse alleenstaanden komen bij de adviseur vaak van een koude kermis thuis. Van de Vleuten: “Over de meeneemregeling bestaan ook regelmatig misverstanden. Mensen denken dat ze hetzelfde kunnen lenen bij de nieuwe woning. Ze vergeten dat er een nieuwe toetsing plaatsvindt.” Geerlings deelt die ervaring. “Als de renteperiode korter is dan tien jaar, wordt er met een toetsrente van vijf procent gerekend.”
En dan is er nog een ander probleem: te vaak ontbreekt een samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap. Voormalige partners komen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Geerlings: “Het is áltijd het éérste wat ik mensen adviseer, maar ze willen er geen geld aan besteden. Want ‘we gaan nooit uit elkaar’, is de reactie. Als ze moeten kiezen tussen een bankstel of een samenlevingscontract, dan wordt het een nieuw bankstel. Vervolgens gaan ze toch uit elkaar en ontstaat er ruzie.”
Voorkomen is beter dan genezen
“Zeker in het begin is een samenlevingscontract heel belangrijk, als je nog hartstikke gek op elkaar bent”, vult Van der Vleuten aan. “In die periode vind je alles begrijpelijk wat betreft vermogensverdeling. Zo leg je goed vast wie wat inbrengt en voorkom je nadelige fiscale gevolgen. En in het geval dat één van de twee meer vermogen inbrengt, dan kun je werken met een interne draagplichtovereenkomst. Of met een wettelijke verdeling.”