Eigen geld
Opvallende cijfers deze week van IG&H. De hypotheeksom stijgt niet mee met de huizenprijzen. Het lijkt erop dat kopers steeds vaker eigen geld inleggen bij de aankoop van een woning.
Starters zitten op de woningmarkt in een moeilijke positie. Er zijn te weinig huizen en de concurrentie om de huizen die er zijn, is groot. Toch werd volgens cijfers van Hypotheken Data Netwerk (HDN) in het derde kwartaal nog 30.494 keer een hypotheek aangevraagd om voor het eerst een huis te kopen. Hoe moeilijk de woningmarkt ook is, de starter is dus zeker niet verdwenen.
Een analyse van de cijfers van HDN geeft een beeld van een starter die meer eigen geld inbrengt, niet tot het maximum gaat en de rente lang vastzet. Ook blijkt de starter zelfs in de stad nog terecht te kunnen. Vijf feiten over de starter die anno 2018 een hypotheek afsluit.
Uit de cijfers van HDN blijkt dat starters gemiddeld 4,06 keer hun inkomen lenen. Meer dan de helft leent meer, maar er is ook een aanzienlijke groep die een kleinere hypotheek neemt. 28 procent zit tussen de 3 en 4 keer het inkomen, 9 procent zelfs maar tussen de 2 en 3 keer. Volgens de Nibud financieringslastnormen kan er tegen een rente van 1,75 procent vanaf een inkomen van 21.500 euro meer dan 3 keer dat inkomen worden geleend. Vanaf een inkomen van 28.000 euro is de maximale hypotheek minstens 4 keer het inkomen. Het kan daarom niet anders dan dat er een aanzienlijke groep starters is die niet voor het maximum hoeft te gaan om een huis te kunnen kopen.
Een andere opvallende ontwikkeling is de toename van het spaargeld dat starters in hun huis stoppen. Veruit de grootste groep steekt nu 10.000 tot 15.000 euro in het huis. Twee jaar geleden was dat nog maar 5.000 tot 10.000 euro. Het gemiddelde bedrag dat ze in het huis storten is 37.348 euro. Vermogende starters die echt aanzienlijke bedragen in hun huis steken trekken het gemiddelde omhoog.
Door de verlaging van de maximale loan-to-value moeten starters ook meer eigen geld inbrengen. Sinds dit jaar is de maximale leensom 100 procent. Starters lenen gemiddeld echter flink minder. Op een woningwaarde van ruim 277.000 euro wordt circa 247.500 euro geleend, ongeveer 90 procent.
Starters kiezen net als andere Nederlanders voor steeds langere rentevaste periodes. Gemiddeld leggen ze de rente achttien jaar vast, hoewel veel van hun ruim daarvoor alweer zullen doorstromen. Natuurlijk bieden veel aanbieders de mogelijkheid om de rente mee te nemen, maar dat is iets dat in de praktijk zeker niet altijd gebeurt.
De krimp in de grote steden is kleiner dan gemiddeld. In heel Nederland nam het aantal hypotheekaanvragen door starters met 14 procent af. In Rotterdam was dat even groot, maar in Amsterdam, Den Haag en Utrecht was de afname met 5 a 7 procent kleiner. Ondanks de overspannen woningmarkt in de steden, krimpt het aantal starters hier relatief gezien het minst. De starter heeft het dus moeilijk in de stad, maar is ook hier zeker niet verdwenen.
Opvallende cijfers deze week van IG&H. De hypotheeksom stijgt niet mee met de huizenprijzen. Het lijkt erop dat kopers steeds vaker eigen geld inleggen bij de aankoop van een woning.
Met de e-learning van NHG kan elke adviseur en andere hypotheekprofessional in zijn eigen tempo en tijd zijn kennis over NHG bijspijkeren. Dit blijkt veel mensen aan te spreken. Sinds de lancering een maand geleden heeft de organisatie al meer dan honderdvijftig aanmeldingen gekregen, vertelt Kirsten Heezen opleidingscoördinator bij NHG. Ze gaat in een interview dieper in op de nieuwe online trainingen als instrument voor kennisdeling.
Dat woonstarters het in de grote steden moeilijk zouden krijgen kregen ze bij AM ruim 10 jaar geleden in de gaten. Deze trend was de aanleiding te starten met het ontwikkelen van compacte, betaalbare koop- en middeldure huurappartementen, waarbij er gedacht wordt vanuit de behoeften van deze doelgroep. Anne van Mullem, marktanalist bij de afdeling Measure van AM, publiceerde daar een boekje over. Zij vertelt er meer over en kijkt vooruit.
De mogelijkheid om te toetsen op werkelijke lasten geeft senioren meer ruimte om hun hypotheek te verlengen of over te sluiten. Toch zullen er ook huizenbezitters zijn die ook met de nieuwe regels in de problemen komen omdat ze weinig pensioeninkomen hebben. Een oplossing is om al vóór het moment dat het pensioen mee gaat wegen bij een toetsing actie te nemen.