België: ook hier zitten starters klem
Ruim de helft van de Belgen stelt dat het ronduit onmogelijk is om zonder financiële steun van hun ouders of familieleden een woning te kopen, zo blijkt uit onderzoek van adviesbureau Immotheker Finotheker. Bij onze zuiderburen kreeg 49 procent van de jongere kopers een stevig bedrag van hun ouders. Gemiddeld gaat dat om €58.031, een hoog bedrag door enkele uitschieters. 57 procent kreeg niet meer dan €25.000 van hun ouders.
“Dat zelfs hoogopgeleide jonge starters met over het algemeen hogere salarissen geen mogelijkheid zien om een eigen woning te kopen, laat zien hoe erg de huidige woningmarkt op slot zit voor de jongere generatie”, zei Immotheker Finnotheker-directeur John Romain eerder tegen Kop-Munt. Hij zag het aandeel starters in de kopersmarkt dalen van 61% in 2011 naar 41% vorig jaar.
De oplopende rente dit jaar heeft echter een keerzijde: jonge Belgen zijn plots meer gaan kopen. Jongeren tussen 18 en 30 jaar zijn kochten tijdens de eerste zes maanden van dit jaar meer woningen en vooral duurdere woningen dan vorig jaar, zo blijkt uit een analyse van de Belgische federatie van notarissen. Om budgettaire redenen kopen jongeren een huis in een kleinere gemeente, ofwel een appartement in het centrum van een kleine of middelgrote stad.
Jongeren betaalden gemiddeld €275.000 voor een huis, zo’n €20.000 meer dan een jaar geleden. Een doorsnee huis wordt in België voor €280.000 verkocht. Ter vergelijking: in Nederland is dat €448.000.
Echte hulp voor starters is er op landelijk niveau nog niet. Net als in Nederland wordt ervoor gepleit meer seniorenwoning te bouwen, zodat de doorstroom op gang komt. Tot die tijd moeten Belgische starters het hebben van gemeentelijke kleinschalige projecten.
Verenigd Koninkrijk: starters moeten vooral veel geld meenemen
Wie in het Verenigd Koninkrijk de huizenladder wil beklimmen, moet een grote zak geld meenemen. Het absolute minimum is vijf procent van de koopsom, maar gemiddeld nemen starters zo’n twintig procent aan eigen vermogen mee. Die inleg is nodig, anders gooien hypotheekverstrekkers de deur dicht.
De gemiddelde woning kost in het VK nu zo’n €330.000, in Londen betaal je ruim €627.000 voor een huis. Voor een gemiddelde Londense woning moet je dus ruim €125.000 aan eigen vermogen meenemen. Dat is maar voor weinig mensen weggelegd.
Daarom zijn er verschillende overheidsregelingen voor starters. Wie een zogenaamde LISA opent (Lifetime Individual Savings Acccount, een aparte spaarrekening voor ofwel pensioen ofwel de aanbetaling op een huis), kan van de overheid tot 25% van het gespaarde vermogen als bonus krijgen. Jaarlijks kunnen toekomstige starters tot £4000 inleggen, waarna ze onder voorwaarden £1000 cadeau krijgen van de overheid. Zo kan er iets sneller worden gespaard voor een aanbetaling.
Daarnaast zijn er regelingen die het kopen van een huis eenvoudiger maken. Zo kunnen starters in Engeland een aflossingsvrije lening krijgen van de overheid ter hoogte van 20% van de schuld (40% in Londen), die de eerste vijf jaar ook rentevrij is. Ook bestaat er een (tijdelijke) regeling die vergelijkbaar is met NHG waarbij - onder voorwaarden - eventuele restschulden op een hypotheek worden gedekt.
Wie langere tijd in een sociale sociale huurwoning woont, heeft het recht om deze met korting van de woningbouwvereniging te kopen. Dat kan vooral voor huurders die een meer dan vijf jaar in hun huurwoning zitten, een lucratieve koop zijn.
Duitsland: starters zijn vaak midden dertig
Ook Duitsland kampt met een woningtekort, waardoor het voor starters bijzonder moeilijk is om een voet aan de grond te krijgen - vooral in de grotere steden. Onze oosterburen zijn gemiddeld pas 35 jaar oud als ze hun eerste woning kopen. Hoge koopprijzen, strenge leenregels en een andere cultuur maken dat de Duitsers geen haast hebben met het kopen van een eerste woning.
Het eigenwoningbezit in Duitsland is sowieso vrij beperkt: terwijl in Nederland in 2019 68,9% van de huishoudens een woning bezat, was dat in Duitsland maar 51,1%, zo blijkt uit cijfers van Eurostat.
Duitsland kent een relatief grote (particuliere) huurmarkt, waardoor velen minder behoefte hebben aan het bezitten van een woning. Daarnaast moeten starters tussen de 20 en 25% eigen geld meenemen. Ouders die het kunnen betalen, openen daarom een speciale spaarrekening voor hun kind (Bausparvertrag) waarmee van jongs af aan al kan worden gespaard voor een aanbetaling.
Duitsland kent een federale stimuleringsmaatregel voor families die een woning willen kopen met thuiswonende kinderen onder de 18 jaar. Zolang aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, krijgt de familie tien jaar lang per kind €1200 uitgekeerd. Daarnaast verstrekt staatsbank KfW gunstige leningen aan starters en zijn er per bondsland verschillende stimuleringsmaatregelen die starters een steuntje in de rug geven.