De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft de afgelopen jaren geldverstrekkers aangemoedigd om het aantal aflossingsvrije hypotheken terug te dringen. Zo moet worden voorkomen dat huishoudens met een (deels) aflossingsvrije hypotheek betalingsproblemen krijgen. De gevolgde procedure is niet bij iedere adviseur in goede aarde gevallen. “Het is op een ongenuanceerde manier gegaan”, meent adviseur Jeroen van Lunen.
De AFM stelt blij te zijn met de resultaten van de inspanningen van de hypotheekverstrekkers. “De AFM waardeert de inzet van de sector en is tevreden met de behaalde resultaten. Een aflossingsvrije hypotheek biedt in veel gevallen extra financiële flexibiliteit aan huizenbezitters. Het is daarbij belangrijk dat mensen zich er wel van bewust zijn dat ook een aflossingsvrije hypotheek aan het einde van de looptijd moet worden afgelost of geherfinancierd”, meent Zdenka van Schaik, AFM-manager Lenen & Sparen.
Bewuste keuze
In het pas verschenen jaarverslag van de AFM over 2023 staat dat hypotheekaanbieders de afgelopen 5 jaar 1,68 miljoen klanten hebben benaderd over mogelijke risico’s van hun aflossingsvrije hypotheek. “Met deze acties hebben de aanbieders klanten in staat gesteld om een bewuste keuze te maken over hun aflossingsvrije hypotheek en om tijdig actie te ondernemen. In die periode is het aantal klanten dat een verhoogd risico loopt flink teruggelopen, met 63 procent. Natuurlijk daarbij geholpen door de stijging van de woningwaardes.”
Volgens de AFM zijn er inmiddels ongeveer 744.000 klanten die acties hebben ondernomen om hun financiële situatie te verbeteren. Bijvoorbeeld met een incidentele of periodieke aflossing van hun hypotheek, omzetting naar een deels aflossende vorm of extra sparen.
Stuipen op het lijf gejaagd
Jeroen van Lunen, eigenaar van DGA Financieel Adviseurs in Den Haag, is niet blij met de manier waarop de zaak door de AFM en sommige geldverstrekkers is aangepakt. “Ze hebben dit vaak op een heel ongenuanceerde manier gedaan. Ze hebben veel mensen de stuipen op het lijf gejaagd. Ik heb hier twee vrouwen van in de tachtig over de vloer gehad, met een aflossingsvrije hypotheek van 85.000 euro en een pand van zes ton. Die hadden van ING een brief gekregen dat ze in de problemen zouden komen met hun aflossingsvrije hypotheek. Ze kwamen half huilend binnen en zeiden dat ze nooit meer leuke dingen zouden kunnen doen. Dat is natuurlijk totale kolder.”
Volgens Van Lunen had niet iedereen met een aflossingsvrije hypotheek aangeschreven moeten worden. “Als iemand 80 procent van zijn woning heeft gefinancierd met een aflossingsvrije hypotheek, dan kan hij in de problemen komen. Maar als iemand een relatief kleine aflossingsvrije hypotheek heeft ter waarde van een derde van de woning, dan komt hij nooit in de problemen. Ik vind het ook helemaal niet verstandig dat al je geld vastzit in stenen. Bijvoorbeeld als je een beperkt pensioen hebt. Je moet ook het huis laten onderhouden en misschien moet je later zorg inkopen. Daarvoor moet je een bepaald vermogen achter de hand houden.”
De AFM had banken moeten stimuleren om sterker te segmenteren, meent Van Lunen. “Ze hadden mensen moeten laten benaderen die bijvoorbeeld een groot deel van hun hypotheek aflossingsvrij hebben. Banken hebben veel data tot hun beschikking en hadden op basis daarvan een segmentatie kunnen maken. Maar ze hadden zeker geen tachtigers met een (deels) aflossingsvrije hypotheek moeten aanschrijven. Wie doet dat nou? Dat heeft geen enkele zin.”