Voor hypotheekadviseurs is het soms lastig om te doorgronden wat klanten niet begrijpen. “Als inhoudsdeskundige heb je het nadeel dat je zelf heel erg thuis bent in het onderwerp én het heel interessant vindt”, vertelt Van der Zijden. “Iemand die eenmalig een hypotheek moet afsluiten, vind dat waarschijnlijk helemaal niet zo leuk. Verplaats je daarom goed in de klant: hou het simpel en helder. Kijk met de blik van een buitenstaander.”
Bijna elke tekst kan bovendien korter, betoogt Van der Zijden. “Als schrijver moet je ervan uitgaan dat elk woord dat je gebruikt, geld kost. Je moet steeds denken: waar kan ik nou op bezuinigen? Mensen die moeite hebben met lezen, vinden een tekst al snel te lang. Door het kort en simpel te houden, maak je ieders leven makkelijker: ook mensen die goed kunnen lezen houden niet van overbodige woorden.”
Opknippen zorgt voor houvast
Een tekst opknippen in alinea’s, met duidelijke witregels en passende tussenkopjes, zorgt voor houvast. Documenten als een hypotheekaanbod of -voorwaarden zijn vaak formeel en juridisch opgesteld. “Daar ontkom je vaak niet aan, maar dan is extra uitleg in begrijpelijke taal nodig.”
Wanneer je iets op papier zet, let dan op de volgende punten:
• gebruik eenvoudige voegwoorden in samengestelde zinnen, zoals ‘omdat’, ‘maar’, ‘want’ en bijvoorbeeld niet ‘dientengevolge’
• gebruik alledaagse woorden, dus 'moeten' liever dan 'dienen'
• vermijd figuurlijk taalgebruik en uitdrukkingen, dus liever 'weten' dan 'op de hoogte zijn'
• maak veel korte zinnen
Stichting Makkelijk Lezen heeft een lijst met nog dertig kenmerken van een eenvoudig te begrijpen tekst samengesteld.
Voor wie is dit nodig?
“Mensen hebben een stereotiep beeld over de groep voor wie je begrijpelijke taal moet gebruiken”, zegt Van der Zijden. Vaak wordt gedacht dat het alleen gaat om lager opgeleide, sociaal minder sterke personen. “De groep die moeite heeft met lezen is echter een stuk groter. Het gaat ook om mensen met dyslexie, autisme of mensen met een taalontwikkelingsstoornis.” Denk daarnaast aan mensen die doof zijn, concentratieproblemen hebben of al wat ouder zijn en minder lezen. “Kijk eens rond in je kennissenkring, daar zitten ongetwijfeld mensen bij voor wie dat geldt.”
Ook mensen die Nederlands als tweede taal spreken, kunnen het soms moeilijk hebben. “Een Engelse vriendin van mij woont al ruim 25 jaar in Nederland en werkt als verpleegkundige. Ze moest een vragenlijst invullen over haar eigen medische gezondheid. Daar stond het woord ‘dikwijls’ in. Dat woord komt niet vaak voor, dus ze kende de betekenis niet. Daardoor had ze bijna het verkeerde antwoord gegeven.”
Slecht voorbeeld
Hoewel er nog veel te verbeteren valt, wordt er steeds meer rekening gehouden met mensen die moeite hebben met taal. Bijvoorbeeld in radioreclames over beleggingen. Daar werd als disclaimer bij uitgesproken: ‘De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.’
Van der Zijden: “Als je moeite hebt met taal, dan zijn die zinnen lastig. Het gaat al mis bij het woord ‘fluctueren’. Het is verhullend taalgebruik, want er wordt bedoeld dat je belegging minder waard kan worden. Als je het zo zegt, begrijpt iedereen het. Gelukkig is dat nu het geval.”