Niet iedere huizenkoper hoeft zijn nieuwe woning direct om te turnen in een nul-op-de-meter woning; het kan ook gaan om isolerende maatregelen die het huis energiezuiniger maken. “De grootste stap is het treffen van isolerende maatregelen aan bestaande bouw, zoals dakisolatie, spouwmuurisolatie en vloerisolatie. Dan heb je het veelal over een investering van enkele duizenden euros per maatregel, niet over tienduizenden euro’s. Met een combinatie van eenvoudige maatregelen is vaak een enorme sprong te maken. Daarmee bespaar je al zoveel op je maandelijkse energielasten en zorg je direct voor een goed leefklimaat en goede ventilatie. Begin daar, dan kun je altijd nog uitbreiden naar een warmtepomp. Zonnepanelen zou je meestal al direct mee kunnen nemen. De kosten daarvan zijn danig gedaald afgelopen jaren dat de investering doorgaans ruim binnen 10 jaar terugverdiend kunnen worden.”
Bij de bouw van een nieuwe woning is een energieneutrale woning wel aan te raden. Pels: “Je weet dat de hele markt in 2050 energieneutraal moet zijn, maar de komende tien jaar moeten de eerste stappen al gezet worden. Als je nu een woning ontwikkelt, hoe zonde is het dan als je niet direct die stap zet? Daarmee bespaar je op je maandlasten en het is beter voor de waarde en courantheid van je woning, waardoor je meteen een toekomstbestendige woning hebt. Ontwikkel je niet direct energieneutraal dan weet je dat er in een vroege ‘levensfase van de woning’ alweer fors geïnvesteerd en verbouwd moet worden”
Bij bestaande bouw is de situatie iets complexer. Daar kun je je het beste eerst richten op de meest effectieve maatregelen en van daaruit bepalen hoe groot de ambities zijn. Je verliest het begrip van de klant als 80 procent van de investering in 20 procent van de effectiviteit van de besparingen gaat zitten. Pels: “Richt je dan in het gesprek met de klant liever op die 80 procent van de meest effectieve maatregelen, want daarin zit het kleinste deel van je investering. In een later stadium kan de klant altijd nog richting energieneutraal gaan. Een doorsnee woning van een label G naar energieneutraal krijgen kost al gauw zo’n 80.000 euro. Maar om hem naar label A te krijgen, dan heb je het over een relatief klein deel van dit bedrag.” Warnaar vult hem aan: “Eigenlijk is het heel gek als je nu nog een nieuwbouwwoning neemt met gasaansluiting, die niet nul-op-de-meter is.”
Voor wie voldoende spaargeld op de bank heeft, kan het de investering waard zijn . Het spaargeld levert immers toch nauwelijks rente op. Warnaar: “Er zijn veel maatregelen die al vrij snel geld opleveren. Kijk bij een totaal financieel advies altijd of spaargeld misschien beter rendeert door het te gebruiken voor duurzame maatregelen aan de woning.”
Netto besteedbaar inkomen te beïnvloeden door duurzame verbeteringen
Bovendien raden beide mannen aan om bij hypotheekverstrekking de energielasten mee te nemen. “Kijk bij de aanschaf van een woning naar het totaal netto besteedbaar inkomen. Dat kun je heel goed beïnvloeden door te investeren in duurzame verbeteringen. Als je ziet hoe groot de component energierekening is in de totale maandlasten, dan moet je je klanten wel adviseren over duurzame maatregelen. Die berekening is ook heel goed te maken. Denk daarbij ook aan de toenemende energiebelastingen van de komende jaren. Energie zou weleens een steeds groter onderdeel van je maandlasten kunnen worden als er niet wordt verbeterd”
Vaak zijn de sommetjes snel gemaakt. Zonnepanelen renderen bijvoorbeeld tegenwoordig enorm. Met een investering van zo’n 6.000 euro in zonnepanelen is de btw-teruggave ongeveer 1.000 euro. Als je dan de netto kosten van 5.000 euro financiert met een lening met een looptijd van acht jaar tegen zo’n 2 procent, kom je maandelijkse kosten van circa 50 euro, terwijl de besparingen zo 70 euro per maand betreffen. “De eerste acht jaar levert het per saldo 20 euro per maand op. En binnen acht jaar ben je van de hele financiering af en levert het 70 euro op. Het is zonde als je je klant dat rekensommetje onthoudt. En dan heb je het nog niet over de waarde van je woning die ook nog stijgt. Daarnaast is het heel leuk om in je eigen energiebehoefte te voorzien.”
Beter voor je (financiële) gezondheid
Een ander aspect is dat je in een goed geïsoleerd huis ook gezonder leeft. “Als je nagaat hoeveel uur je doorbrengt in je woning en hoe ongezond een vochtig of tochtig huis is. Door isolerende maatregelen verbeter je ook je woon- en leefcomfort en dus je gezondheid. En dat is eigenlijk nog veel belangrijker.”
Ook voor huidige huizenbezitters zou er meer mogelijk moeten zijn om isolerende maatregelen te financieren. Pels: “De klant die al een woning heeft, gun je ook besparingen door de duurzaamheid van zijn woning aan te pakken. Daar zou ik wel wat meer ruimte voor willen zien. Het regeerakkoord bevat nu een initiatief omtrent gebouw gebonden financieren. Dat biedt perspectief maar moet wel spoedig worden ingericht.” Warnaar vult hem aan: “Daar zou je een light toets voor moeten bedenken.” Het risico bestaat immers dat juist minder kapitaalkrachtige huizenbezitters vooral last zullen krijgen van een stijgende energierekening als ze geen isolerende maatregelen kunnen bekostigen. “Voor hen is een extra financiering vaak niet mogelijk, maar kun je beter kijken naar subsidies of een gebouw gebonden financiering. Als zij geen geld kunnen besparen door het nemen van energiezuinige maatregelen, blijven ze knel zitten in hun lastige positie.”
Stap-voor-stap op weg naar de klimaatdoelen
Pels benadrukt het belang van ‘het grote verhaal’: “Om de klimaatdoelen van Parijs te bereiken, gaat het erom dat we allemaal onze rol pakken. Naast het individuele belang heb je ook het collectieve belang. Willen we een gezonde wereld behouden, dan moeten we nu stappen zetten. We zullen onze verantwoordelijkheid moeten nemen, niet alleen voor toekomstige generaties, maar zelfs voor onze eigen generatie. De stap-voor-stap benadering, waarbij je iedereen meeneemt om voordeel te halen uit investeringen in duurzaamheid, brengt de meeste energie en positiviteit met zich mee. Door alle kleine stappen en innovatieve nieuwbouw, en hopelijk grootschalige verbeteringen door corporaties, worden de grote stappen steeds bereik- en betaalbaarder.”