De verzilverhypotheek, de blijvershypotheek, sale-and-lease-back. Allemaal mogelijkheden om overwaarde uit de eigen woning te halen. Volgens Alex van Scherpenzeel van ANBO is hier veel vraag naar onder senioren. Dat leidt alleen wel tot de komst van veel dubieuze aanbieders.
De belangenbehartiger zou graag zien dat gevestigde instituten het makkelijker maken om overwaarde uit het huis te halen. Het Waarborgfonds Eigen Woningen, de organisatie achter NHG, is een van de partijen die kijkt of het hier een rol bij kan spelen. Van Scherpenzeel deelt hoe ANBO hier tegenaan kijkt.
Wat zou het WEW kunnen doen?
“Ze zijn een tijdje geleden bij ons geweest om hierover te praten. Ze zijn bezig met een hypotheekvorm gericht op de overwaarde uit het huis. Wat je nu vaak ziet is dat senioren geen volledige hypotheek nodig hebben, maar overwaarde willen gebruiken om aanpassingen te financieren.”
En zo krijgen woningbezitters lagere kosten en de bank meer zekerheid?
“Ja, al is het een beetje schijnzekerheid. In de huidige markt is het risico dat de bank loopt te verwaarlozen. Er zijn veel initiatieven om de overwaarde uit de stenen te halen, zoals makelaars dat zeggen. Vanuit de consument is er veel vraag naar, alleen zijn er nog wel wat aanbieders die heel slechte voorwaarden hebben.”
Wat drijft de vraag naar het contant maken van overwaarde?
“Het beleid van de overheid is om te stimuleren dat mensen langer thuis wonen. De meeste mensen willen dat ook, maar daar zijn vaak wel woningaanpassingen voor nodig. Zeker als je wat minder mobiel bent, moet je in huis aanpassingen doen en daar heb je geld voor nodig. Dat kan hypothecair, maar het kan ook door het eigendom over te dragen met een sale-and-lease-backconstructie. Dat de markt het vraagt, betekent wel dat er aanbieders komen met aanbiedingen die niet in de haak zijn.”
Waar gaat het dan om?
“Wij praten met heel veel aanbieders. Er zijn hele serieuze aanbieders, maar er zitten ook cowboys tussen. Als het gaat om sale-and-lease-back zien we heel veel aanbieders die heel hoge vergoedingen vragen en waarbij het geld dat eruit komt geen benadering is van wat de overwaarde werkelijk is. Mensen krijgen 70 tot 80 procent uitbetaald en de rest verdwijnt in de zakken van de aanbieder. Daarnaast zie je dat er in regio’s waar niet zoveel overwaarde is, weinig producten worden aangeboden. Daarom zijn wij wel enthousiast over ideeën van instituten zoals het WEW.”
Wat moet er volgens u veranderen aan NHG om de doelgroep beter te kunnen helpen?
“Er is de kostengrens voor de NHG. Als ze die kostengrens hanteren voor deze gevallen, maken ze het voor heel veel mensen onmogelijk om een lening met NHG af te sluiten. In de Randstad kun je voor geen enkel huis NHG krijgen. Ze zouden daar bijvoorbeeld flexibel in kunnen zijn als iemand geen volledige financiering nodig heeft. Met een ruimere grens zouden mensen eerder met NHG een lening kunnen krijgen.”