De officiële definitie van duurzame ontwikkeling (uit 1987!) luidt: “De ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”.
Afgelopen maand waren twee grootbanken aan het woord. Sandra Philippen van de ABN AMRO kwam in het tv-programma Zomergasten met de klimaatstresstest. Barbara Baarsma pleitte namens Rabobank voor een CO2-budget voor burgers. Het kwam hen op veel kritiek te staan.
Wat maakt het dat dit soort ideeën zoveel weerstand oproepen? We hebben het er allemaal over, dat we naar een duurzamer leven toe moeten. Dit zodat volgende generaties zich ook tegoed kunnen doen aan alle voordelen van de consumptiemaatschappij waarin wij leven. Maar wat doen we hier nu écht zelf aan?
Vooropgesteld, ik ben geen heilig boontje. Ik sta graag achter de BBQ met een mooi stuk vlees erop, terwijl ik het kinderbadje voor de zoveelste keer vol laat lopen met water. Dat zijn nou niet bepaald duurzame keuzes. Toch vertel ik de volgende dag aan mijn klanten dat ze hun woning moeten verduurzamen.
Om anderen te kunnen overtuigen van dit belang, probeer ik daarom ook zelf steeds meer mijn steentje bij te dragen. Dit doe ik bijvoorbeeld door één van onze twee auto’s in te ruilen voor een elektrische brommer.
Ik sla er twee vliegen mee in één klap. Ik zet een klein stapje in de goede richting én deze eye catcher is op kantoor meteen voer voor een gesprek over verduurzamen. Ik hoop daarmee het bewustzijn van mijn klanten te vergroten. Samen kijken we hoe zij dat op hun manier kunnen doen.
Dat hoeft gelukkig niet met het handelen in emissies, want dat kan op heel veel manieren!
Quintus Winkler is eigenaar van De Hypotheker in Maarssen.