Er is volgens Vereniging Eigen Huis een groot tekort aan levensloopbestendige woningen, terwijl het aantal ouderen snel toeneemt. Volgens het CBS zijn er in 2040 bijna vijf miljoen 65-plussers, anderhalf miljoen meer dan nu. Demissionair minister De Jonge van Volkshuisvesting kondigde eerder aan dat er 290.000 van dergelijke woningen moeten worden gebouwd, maar het is de vraag of dat voldoende is.
Het probleem komt naar voren in de Eigen Huis Marktindicator, die maandelijks het consumentenvertrouwen in de woningmarkt meet. Hieruit blijkt dat mensen van 65 jaar en ouder aanzienlijk minder vertrouwen hebben in het vinden van een passende woning dan jongeren tot 30 jaar.
Klein aanbod geschikte woningen
“Mensen die nadenken over zelfstandig wonen, als ze ouder worden, lopen tegen een groot probleem op. Velen willen wel verhuizen, maar kunnen nauwelijks iets vinden wat passend en betaalbaar is. Omdat voor hen het perspectief ontbreekt, haken veel ouderen af”, stelt André de la Porte. “Het aanbod aan woningen die geschikt zijn om op hogere leeftijd zelfstandig te kunnen blijven wonen, is erg klein. Dat geldt zowel voor de koop- als de huursector. Daarom blijven veel mensen vaak in het huidige, (grote) huis wonen en komen deze woningen niet voor jongere mensen en gezinnen beschikbaar. Als er niet veel meer voor senioren wordt gebouwd, gaat dat steeds meer knellen.”
Volgens André de la Porte hebben ouderen met name interesse in huizen zonder drempels of trappen. “Als je minder mobiel wordt, dan zitten drempels erg in de weg. Een nieuw huis moet zelfstandig wonen ondersteunen. Daarom vallen woningen met trappen, smalle gangen en smalle deuren voor veel ouderen als eerste af. De bouwvoorschriften voor nieuwbouwwoningen zijn daar sinds enige jaren wel op aangepast. De gangen en deuren moeten breed genoeg zijn voor een rolstoel. Maar een heleboel oudere woningen hebben dat nog niet en die zijn daardoor niet geschikt voor veel ouderen. Er wordt in veel gemeenten te weinig nieuwbouw voor hen gecreëerd. De meeste aandacht gaat uit naar de starters, de jongeren. De ouderen lijken daarbij aan het kortste eind te trekken.”
Vergrijzing
Jurriën Beerda, woordvoerder van ouderenorganisatie ANBO, stelt dat zijn organisatie al jarenlang voor dit fenomeen waarschuwt. “We vinden al heel lang dat er meer moet gebeuren op het gebied van het bijbouwen van seniorenwoningen. We zitten midden in de vergrijzing en die houdt voorlopig niet op. Dus de vraag naar woningen voor ouderen zal alleen maar blijven toenemen.”
Uit een ANBO-onderzoek van vorig jaar onder 4500 leden blijkt dat de senioren het liefst in een appartement of in een hofje wonen. “Ze hoeven niet per se een eigen tuin te hebben. Ze hechten wel veel waarde aan een grote gemeenschappelijke buitenruimte, waardoor ze naar buiten kunnen. Het meest optimale vinden ze een woonoppervlak van 100 vierkante meter. Dat is dus flink. Uit al onze onderzoeken blijkt ook dat ouderen het liefst zelfstandig willen blijven wonen. Dat wordt ook vanuit de overheid flink gestimuleerd”, zegt Beerda.
“Als je ouder bent, kun je nog steeds een hypotheek krijgen. Maar de woonlasten worden getoetst op het inkomen. Als het inkomen bescheiden is, omdat er bijvoorbeeld een laag pensioen is, dan loopt het daar vaak op vast. Het huis dat ze nu hebben, hebben ze vaak lang geleden gekocht. De hypotheek is keurig afgelost en de maandlasten zijn heel laag. Maar als je dan gaat verhuizen naar een ander huis, huur of koop, dan is dat vaak een stuk duurder. Het strandt dan op de hypotheekregels of de hoge huur”, vindt André de la Porte. "De overheid zou hier wat aan kunnen doen door te sturen op de grondprijs. Waardoor nieuwbouwwoningen betaalbaar worden voor oudere woningzoekers."