Bij de verduurzaming van de eigen woning gaan mensen langzaamaan meer kijken naar het milieu en niet alleen naar geldbesparing. Dat is een opvallende ontwikkeling, zegt onderzoeker Wilte Zijlstra van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Hij is medeverantwoordelijk voor de Consumentenmonitor van de AFM, waaraan 600 consumenten hebben meegewerkt die eind vorig jaar en begin 2021 een hypotheek hebben afgesloten.
Uit dit onderzoek blijkt dat het gemiddelde bedrag voor verduurzaming toeneemt. 21 procent van de respondenten reserveerde een bedrag van €25.000 of meer hiervoor, terwijl dat in het eerste kwartaal van 2020 nog 15% was.
Geldgebrek reden voor afzien verduurzaming
“Mensen vinden geldbesparing nog steeds belangrijk, evenals de waardestijging van de eigen woning, maar geven ook aan dat het milieu een belangrijker rol bij verduurzaming speelt. Ik vind het mooi dat er steeds breder wordt gekeken dan alleen naar de harde knaken”, zegt Zijlstra.
Met name hoogopgeleiden vinden het milieu een belangrijke reden voor verduurzaming van de eigen woning. Geldgebrek is een veelgenoemde reden om hiervan af te zien.
Intermediairs nog steeds populair
Zijlstra vindt het verder opvallend dat het intermediaire kanaal nog steeds het meest gekozen kanaal voor het afsluiten van een hypotheek blijft. “Er was de angst dat na de introductie van het provisieverbod in 2013 iedereen naar het directe kanaal zou overstappen en niet meer een hypotheek via een intermediair zou afsluiten. Maar wat je ziet is dat het marktaandeel van intermediairs juist wat groeit. Een mogelijk negatief effect van het provisieverbod zien we niet. Ook acht jaar na dato niet.”
13% van de ondervraagden denkt dat de adviseur nog steeds op provisiebasis wordt beloond en 6% meent dat het advies gratis wordt verstrekt.
AOV en ORV vaak niet besproken
Volgens de AFM Consumentenmonitor komen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid bij ongeveer één op de vier adviesgesprekken niet aan de orde. Wel stijgt het aantal afgesloten verzekeringen tegen deze risico’s.
De risico’s van overlijden, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid worden vaak met name niet besproken met ouderen.