Elke week bespreken we het belangrijkste nieuws uit de hypotheeksector met een adviseur. Deze week hebben we het met Christiene Hake – van Schuppen uit Rhenen van Mevrouw de Hypotheekadviseur over het voorstel van woonminister Mona Keijzer voor de Wet versterking regie volkshuisvesting.
“Het afschaffen van de vergunningplicht voor het bouwen van een woning op eigen erf voor ouders of kinderen is een logische stap, zeker gezien de woningcrisis en de behoefte aan flexibele woonoplossingen. Nu kan een mantelzorgwoning soms al vergunningvrij worden geplaatst, maar minister Keijzer wil dit uitbreiden zodat ook kinderen er kunnen wonen. Vooral in landelijke gebieden, waar voldoende ruimte is, biedt dit kansen.
Bureaucratie vormt vaak een enorm obstakel. De lange procedures en een tekort aan ambtenaren vertragen de woningbouw . Zoals hoogleraar Peter Boelhouwer aangeeft, is dit een belangrijke oorzaak van de lage bouwproductie. Door de regelgeving te versoepelen, kan een deel van de druk op de woningmarkt worden verlicht en ontstaat er meer ruimte voor gezinnen om samen te wonen. Dit plan is een stap in de juiste richting.”
“Ik ben het in grote lijnen eens met de beslissing om extra regels voor woningbouw buiten de bebouwde kom te schrappen. Er is vaak voldoende ruimte beschikbaar buiten stedelijke gebieden, en het verplicht eerst binnenstedelijk bouwen zorgt in de praktijk vaak voor onnodige vertraging. Een van de grootste uitdagingen bij bouwen buiten de stad is de onduidelijkheid over welke overheidsinstantie verantwoordelijk is. Vaak ligt zo’n gebied precies tussen verschillende gemeenten in, waardoor de vraag ontstaat: wie krijgt de zeggenschap? Dit soort bestuurlijke vraagstukken zorgt voor veel vertraging.
Daarnaast speelt bureaucratie een enorme rol in de vertraging van woningbouw. Het zou helpen als er een maximale termijn wordt vastgesteld voor het behandelen van bouwaanvragen. Gemeenten en overheden kampen met een tekort aan medewerkers en een overdaad aan regels, waardoor veel plannen vastlopen. In theorie is het plan van de minister goed, maar de uitvoering ervan staat of valt met de manier waarop de regelgeving wordt aangepast en of er voldoende capaciteit is bij overheden om dit soepel te laten verlopen.
Een ander struikelblok bij buitenstedelijke woningbouw is de strenge milieuwetgeving. We zien regelmatig dat complete nieuwbouwprojecten worden stilgelegd vanwege de mogelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld een dassenburcht of een beschermde diersoort. Dit is begrijpelijk, maar soms wordt er naar mijn mening wel erg ver gezocht. Het zou goed zijn om kritisch te kijken naar een evenwichtige afweging tussen woningbouw en natuurbescherming.
Als de overheid niet zorgt voor snellere besluitvorming, minder bureaucratie en een realistische afweging tussen natuur en woningbouw, blijft de uitvoering problematisch. Daarnaast zouden we ook meer moeten nadenken over alternatieve bouwoplossingen, zoals hoogbouw, om het woningtekort echt aan te pakken.”
“Ja. Natuurlijk moeten er betaalbare woningen voor starters zijn, maar de focus ligt nu te eenzijdig op deze groep, terwijl het werkelijke probleem breder is.
Wat vaak wordt vergeten, is de enorme groep senioren die vastzit in eengezinswoningen. Veel ouderen zouden graag verhuizen naar een geschikte, levensbestendige woning, maar die zijn er nauwelijks. Veel van hen hebben de financiële middelen om een duurdere woning te kopen, maar door het beperkte aanbod kunnen ze niet doorstromen. Dit houdt de woningmarkt op slot, want zolang zij hun huizen bezet houden, komen er ook minder gezinswoningen vrij.
Door gemeenten meer vrijheid te geven in hun bouwbeleid, kunnen ze beter inspelen op de lokale woningbehoefte. In sommige gebieden is er meer behoefte aan seniorenwoningen, in andere juist aan betaalbare starterswoningen. De woningmarkt werkt pas echt als er in de hele keten beweging is, en dat bereik je niet door star vast te houden aan uniforme landelijke regels.”