Nu steeds meer ouderen kampen met een pensioentekort, hebben zij op hogere leeftijd behoefte aan een aanvulling op hun inkomen. Waarom zou je die niet halen uit je eigen woning? Dat is de gedachte achter de omkeerhypotheek, ook wel verzilverhypotheek genoemd. “Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat hier in Nederland niet meer oplossingen voor zijn,” vindt Dick de Zwart van de Nationale Hypotheekbond.
Er zijn vier redenen waarom ouderen kunnen kiezen voor een omkeerhypotheek. De eerste is het pensioentekort. Nu er jaren niet meer geïndexeerd is en er nogal wat ouderen zijn die te weinig pensioen hebben opgebouwd, kun je extra inkomen uit je stenen halen. De Zwart: “Stel, je bezit een woning met een waarde van 250.000 euro en hebt nog een restant hypotheek van 50.000 euro. Wanneer je pensioeninkomsten zo laag zijn dat je lastig rondkomt, zou het handig zijn als je bijvoorbeeld 100.000 euro uit het huis kunt halen om iedere maand 500 euro extra te besteden te hebben. Dat zou voor veel mensen een uitkomst zijn.”
Een tweede toepassing heeft te maken met het Nederlandse beleid dat ouderen stimuleert om langer in hun huis te blijven wonen. Dat vergt vaak aanpassingen aan de woning, zoals een traplift, een extra slaapkamer beneden of badkamer met inloopdouche. Door extra geld uit het huis te halen, kunnen deze voorzieningen bekostigd worden. Een derde reden kan zijn om een bedrag te schenken aan kinderen of kleinkinderen, bijvoorbeeld om hen een betere start op de woningmarkt te bieden. De vierde reden kan zijn de inkoop van extra zorg.
Hoe werkt het?
In de basis werkt het als volgt: klanten die kiezen voor een omkeerhypotheek, lenen een extra bedrag met hun woning als onderpand. Zij ontvangen dit geld in de vorm van een eenmalige of periodieke uitkering. Het bedrag wordt opgeteld bij de schuld. Zij betalen geen rente en aflossing meer. Ook de maandelijkse rentelasten (rente is niet aftrekbaar) worden maandelijks opgeteld bij de hypotheekschuld.
In Nederland zijn er momenteel twee partijen die een omkeerhypotheek aanbieden: de Florius Verzilver Hypotheek en het Rabo OverwaardePlan. Bij het Rabo OverwaardePlan kunnen klanten na het bereiken van de AOW-leeftijd maximaal 67,5 procent van de marktwaarde van hun woning lenen. Zolang deze 67,5 procent nog niet is bereikt, hoeven klanten tijdens de looptijd geen rentelasten of aflossing te betalen en kunnen zij kiezen tussen een variabele en een vaste en variabele rente. De Florius Verzilver Hypotheek werkt op vergelijkbare wijze. Florius hanteert een vaste rente gedurende de looptijd en biedt een garantie die een restschuld voorkomt, zowel voor de klant zelf als zijn/haar erfgenamen. De cliënt behoudt het eigendom van de woning en lost de lening na verkoop van het huis af tegen de dan geldende marktprijs.
Nog geen bloeiende markt
De Zwart signaleert dat het een markt betreft die nog niet echt van de grond komt. “Dat verwondert me. Het is gissen waarom dat zo is. Wellicht vinden geldverstrekkers het toch eng, terwijl ze eigenlijk weinig risico lopen. De AFM geeft in haar leidraad aan dat er ruimte en mogelijkheden zijn. Het is in ieder geval belangrijk dat deze ‘verzilvering’ zorgvuldig en passend wordt verstrekt. Een dergelijke hypotheek zal dus niet gemakkelijk online af te sluiten zijn, maar alleen na een gedegen advies en bijvoorbeeld om de drie jaar een onderhoudsgesprek. In Frankrijk en Engeland zijn dergelijke constructies meer gangbaar, maar ook daar loopt het niet storm. Alleen in de VS, waar de overheid zich garant stelt, zijn ‘reverse mortgages’ of ‘equity release mortgages’ succesvoller.”
Ook aan de vraagkant loopt het niet storm: “Wellicht komt het door de calvinistische inslag van deze generatie Nederlanders dat ze wat terughoudend zijn. Of ze vinden de constructie moeilijk te doorgronden. Bovendien hebben ouderen vaak te maken met hun erfgenamen, die over de hun schouders meekijken. Ouders vinden vaak dat ze een bedrag horen na te laten. Of erfgenamen vrezen dat er een schuld overblijft. Maar dat risico is bijna nihil; dan moet de huizenmarkt echt een flinke tik krijgen. Voor een ouder echtpaar zonder kinderen maakt het vaak helemaal niet uit dat ze hun vermogen in de stenen op latere leeftijd verzilveren.”
Ook de overheid zit volgens De Zwart in een spagaat: “Enerzijds voert zij na de financiële crisis de druk op om maar zoveel mogelijk af te lossen. Aan de andere kant is er het sociale probleem dat ouderen een inkomenstekort hebben, terwijl ze eigenlijk ‘steenrijk’ zijn. Alleen zit dat geld letterlijk muurvast. De markt zal zelf met oplossingen moeten komen, maar die staan nu nog in de kinderschoenen.”