De kogel is door de kerk: er komt definitief géén overgangstermijn. Hypotheekaanvragen die in 2017 zijn ingediend, maar dit jaar niet meer voor een beoordeling in aanmerking komen, worden na 31 december tegen de nieuwe leennormen getoetst. De AFM oordeelt dat een overgangstermijn, zoals die vorig jaar was ingesteld, niet noodzakelijk is, zo valt te lezen in de brief die minister Ollongren heeft opgesteld in aanloop naar het wetgevingsoverleg Wonen.
In 2018 worden de leennormen verder verscherpt. De Loan-To-Value (LTV), de hoogte van de maximale hypotheek ten opzichte van de waarde van de woning, gaat in 2018 van 101% naar 100%. Dit betekent dat de kosten voor overdracht en overige bijkomende uitgaven vanaf 1 januari 2018 niet meer meegefinancierd kunnen worden. Omdat veel mensen toch nog in aanmerking wilden komen voor die LTV van 101%, was de verwachting dat eind 2017 nog veel hypotheekaanvragen binnen zouden komen. Verzoeken die niet allemaal vóór 2018 beoordeeld kunnen worden, waardoor deze aanvragers mogelijk in de problemen komen wanneer de leennormen worden aangescherpt. Daarom werd een motie ingediend voor een overgangstermijn. Op 22 november werd in de Tweede Kamer met deze motie ingestemd. Hierdoor zouden hypotheken die in 2017 zijn aangevraagd, ook in de eerste maand van 2018 nog in aanmerking kunnen komen voor de leennormen uit 2017. De vraag was echter of de Autoriteit Financiële Markten met het voorstel tot het invoeren van opnieuw een overgangstermijn zou instemmen.
Definitief geen overgangstermijn
Inmiddels is duidelijk dat deze overgangstermijn er niet komt, zo blijkt uit de brief die minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) afgelopen vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, naar aanleiding van de bovengenoemde motie. In de brief reageert ze negatief op het verzoek om een overgangstermijn van een maand in te stellen, nadat ze daarover gesprekken heeft gevoerd met de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM heeft aangegeven geen aanleiding te zien om opnieuw een overgangstermijn in te stellen en ook de marktpartijen zijn deze mening toebedeeld, zo valt in de brief van Ollongren te lezen.
Werd de overgang van 2016-2017 nog in het leven geroepen omdat er flinke proces- en rekenwijzigingen werden doorgevoerd als gevolg van de Mortgage Credit Directive (MCD), nu ontbreekt een dergelijke grote verandering. Daarnaast is de AFM van mening dat de consument zelf niet gebaat is bij een overgangstermijn, omdat het de duidelijkheid schaadt en de onzekerheid vergroot. Ook wijst de AFM naar de reeds bestaande mogelijkheid om in specifieke, individuele gevallen nog voor de eerdere leennormen in aanmerking te komen. Deze explain voldoet in de ogen van de toezichthouder als alternatief voor mensen die door bijzondere omstandigheden vinden dat hun hypotheekaanvraag nog in aanmerking komt voor de oude leennormen met een LTV van 101%.
Daarnaast vindt de AFM dat, met het instellen van een overgangstermijn, de markt een grote prikkel wordt ontnomen om het aanvraagproces efficiënter in te richten, zo valt te lezen in de brief van minister Ollongren. Niet zozeer een overgangstermijn moet de duidelijkheid richting de consument verhogen, maar juist een efficiënter aanvraagproces moet sneller duidelijkheid verschaffen aan zij die een hypotheek wensen. Hierover blijven de minister, de AFM en de marktpartijen met elkaar in gesprek.