Dit jaar zijn daarom nieuwe wettelijke regels ingevoerd over het aangaan van leningen. Dit gebeurde tegelijk met de invoering van de verplichting om een aanzienlijk reservefonds op te bouwen. In het wetgevingstraject is beschreven hoe de overheid denkt dat dit in de praktijk moet gaan werken. Zes zaken om te weten over lenen door de vve.
Lenen mag, tenzij het reglement dit verbiedt
Een belangrijk obstakel voor kredietverlening aan vve’s was altijd dat onduidelijk was of het wel mocht. Hoewel in de modelreglementen geen expliciet leenverbod staat, was er toch onzekerheid of een besluit om een lening aan te gaan niet door de rechter vernietigd zou kunnen worden. Om de onduidelijkheid weg te nemen is in de wet vastgelegd dat een vve mag lenen, tenzij een expliciet leenverbod in het reglement is opgenomen.
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hele lening
Een andere grote hobbel was dat appartementseigenaren hoofdelijk aansprakelijk konden zijn voor de volledige leensom. Dat betekende namelijk dat bij wanbetaling van een of meer andere eigenaren, of de vve, de hele lening op elke individuele eigenaar kon worden verhaald. Dit kon eigenaren terughoudend maken om in te stemmen met een lening. In de wet is nu vastgelegd dat individuele eigenaren alleen aansprakelijk zijn voor hun eigen deel en nooit voor de hele lening.
Aansprakelijkheid gaat over bij verkoop
Ook staat nu in de wet dat de aansprakelijkheid bij verkoop van het appartementsrecht overgaat op de nieuwe eigenaar. Het was nodig om dit expliciet te regelen, omdat voormalige eigenaren na verkoop toch nog aansprakelijk konden zijn voor een lening waar ze niets meer mee van doen hadden. Bij de notaris moet de koper wel worden geïnformeerd over het bestaan van de lening.
Rente is aftrekbaar
Voor de rente die de vve betaalt, geldt hypotheekrenteaftrek, zodra de lening is gebruikt voor onderhoud. Daarbij geldt natuurlijk de eis om minstens in dertig jaar annuïtair af te lossen. Als een appartement van eigenaar wisselt, begint voor het openstaande bedrag een nieuwe periode van dertig jaar renteaftrek.
Geen inkomenstoets individuele eigenaren
Omdat een vve geen consument is, hoeft de geldverstrekker niet te toetsen of individuele eigenaren genoeg inkomen hebben om de lasten voor hun deel te betalen. Het Nationaal Energiebespaarfonds en het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting verstrekken al leningen aan vve’s. Zij kijken ook alleen naar de kredietwaardigheid van de vve zelf over de afgelopen twee jaar. De overheid wijst naar deze fondsen als mogelijk voorbeeld voor andere geldverstrekkers.
Nog weinig geldverstrekkers
Buiten het Nationaal Energiebespaarfonds zijn er nog amper geldverstrekkers die lenen aan vve’s. De overheid verwacht ook niet dat geldverstrekkers ze op grote schaal dit soort leningen gaan aanbieden. Daarvoor zouden vve’s te complex en risicovol zijn. Desondanks hebben vve’s die met een lening meer willen doen aan onderhoud en verduurzaming meer mogelijkheden.