Eigen geld
Opvallende cijfers deze week van IG&H. De hypotheeksom stijgt niet mee met de huizenprijzen. Het lijkt erop dat kopers steeds vaker eigen geld inleggen bij de aankoop van een woning.
Dé Nederlandse woningmarkt bestaat niet. Er zijn grote verschillen tussen provincies, gemeenten en zelfs binnen gemeenten. Daarnaast is er natuurlijk de tegenstelling tussen de grote steden en het landelijk gebied. Kop-Munt brengt deze verschillen in kaart. In deze serie reizen we kriskras het hele land door. Deze week: Utrecht.
De Utrechtse huizenmarkt is na die van Amsterdam waarschijnlijk de meest overspannen van Nederland. Vanaf het eerste kwartaal van 2013 zijn de prijzen met meer dan 55 procent gestegen. Door de grote vraag komen na-oorlogse wijken als Kanaleneiland en Overvecht die vroeger niet populair waren, bij kopers in beeld. Hetzelfde geldt voor nieuwbouwwijk Leidsche Rijn.
Thomas van Elteren is aankoopmakelaar. In de huidige markt is het voor hem niet altijd makkelijk om zijn klanten goed te bedienen. Van Elteren vertelt hoe de verschillende groepen kopers ervoor staan in Utrecht.
“Voor alleenstaande starters. Als je net begint met werken verdien je gemiddeld tussen de 2.000 en 3.000 euro bruto per maand. Met 3.000 euro bruto kan je ongeveer 175.000 euro lenen, maar daar koop je bijna niks voor. Bovendien zitten bij de verkoop van appartementen rond de twee ton ook heel veel beleggers. Zij wijken dus veelal uit naar Overvecht of Kanaleneiland. Mensen die samen zijn staan net iets steviger.”
“In de categorie tot vier à vijf ton blijft de markt wel heel hectisch Er zijn ontzettend veel huizenzoekers die kijken tussen de drie en drie-en-een-halve ton waardoor een verkopend makelaar zo tientallen bezichtigen heeft. Ook in Leidsche Rijn is de concurrentie heel groot. Vroeger was die wijk minder populair, nu kost een woning van 120 vierkante meter daar ook rond de vier ton.”
“In de prijsklasse boven vijf ton is er vaak meer tijd en zijn de bezichtigingsaantallen kleiner. Daar heeft een verkopend makelaar vijf tot tien bezichtigingen. De wijken die om de binnenstad liggen zijn zo populair dat het vaak ook daar een gekkenhuis is. Wel is er ook een aantal woningen in het duurdere segment die niet binnen een week worden verkocht omdat de prijslimiet wel bereikt lijkt te zijn. Daarnaast lijkt de koper van deze woningen wat ouder te zijn. Zij gaan anders om het kopen van een huis dan starters die ook genoodzaakt zijn om heel snel te beslissen.”
“Ik denk elke keer dat het wel eens moet ophouden, maar dan zien we toch weer een verdere stijging. Ten opzichte van een jaar geleden zijn we echt weer flink omhoog gegaan. Ik denk dat het ook volgend jaar door zal gaan zeker in het segment tot 500.000 euro. Boven de 500.000 euro hangt het er voor de verkoopbaarheid vanaf van of de woningen liggen op een goede locatie of beschikken over een goed afwerkingsniveau. In die prijsklasse is het wel zo dat er meestal niet de grote aantallen bezichtigingen zijn, maar er zijn ook veel mensen die wel wat eigen geld hebben. Op het moment dat die hun zinnen ergens op hebben gezet gaan ze er ook voor.”
Dat woonstarters het in de grote steden moeilijk zouden krijgen kregen ze bij AM ruim 10 jaar geleden in de gaten. Deze trend was de aanleiding te starten met het ontwikkelen van compacte, betaalbare koop- en middeldure huurappartementen, waarbij er gedacht wordt vanuit de behoeften van deze doelgroep. Anne van Mullem, marktanalist bij de afdeling Measure van AM, publiceerde daar een boekje over. Zij vertelt er meer over en kijkt vooruit.