Als huizenkoper heb je sinds enkele jaren ineens de keuze uit diverse nieuwe geldverstrekkers die het allemaal lekker anders dan de bank doen. Interessant, zeker omdat de voorwaarden vaak goed zijn, maar het lijkt erop alsof de transparantie alleen maar minder wordt. Waarom zo geheimzinnig?
Deel twee van dit stuk vind je hier.
De belangstelling van investeerders om te beleggen in hypotheken groeit, zo schrijft FinanceInnovation. MUNT Hypotheken startte in 2014 met dit concept, waarbij sprake is van een regiepartij die investeerders en mensen met een hypotheekwens aan elkaar te koppelen. MUNT is verreweg de grootste aanbieder met bijna zes miljard geïnvesteerd vermogen en groeit nog steeds als kool. In 2015 opende Venn Hypotheken de deuren en belooft ‘begrijpelijke en betaalbare hypotheken zonder gedoe en onzekerheid’. BijBouwe startte wat later in 2015 en biedt een ‘hypotheek zonder bank’, waarbij je binnen tien minuten weet wat je kunt krijgen. In juli van dit jaar kondigde de Blauwtrust Groep, moederbedrijf van De Hypotheker, aan via het nieuwe label Iqwoon ook investeerders toegang te willen bieden tot de Nederlandse woningmarkt. En Tulp Hypotheken gaf al meerdere keren aan te willen starten met een soortgelijk initiatief, maar de website stelt nog steeds dat zij ‘iets later dan gepland tot bloei komt’.
Markt opgeschud
Van de starters is vooral MUNT Hypotheken razendsnel gegroeid. Het bedrijf mag zich na twee jaar al de op vier na grootste verstrekker van hypothecaire leningen in Nederland noemen. MUNT wordt door de consumentenbond geprezen om zijn lage rentetarieven en boetevrije aflossing. Ook BijBouwe en Venn oogsten lof om de no-nonsense aanpak bij het afsluiten van een hypotheek. De nieuwe toetreders schudden de hypotheekmarkt flink op. In 2008 werd deze gedomineerd door de Rabobank, ING en ABN Amro. Die hadden ruim zeventig procent van de markt in handen, zo berekent IG&H Consulting in zijn driemaandelijkse hypotheekupdate. Inmiddels is dat flink geslonken, tot onder de 50 procent aan het einde van 2015. De afname komt vooral ten goede aan pensioenfondsen en verzekeraars, die in dezelfde periode groeien van zo’n twaalf procent in 2008 naar 36 procent marktaandeel in 2015.
Imagoprobleem
Voor buitenlandse beleggers is het nu eenmaal ontzettend interessant om het geld in Nederlandse hypotheken te steken. “Nederlanders betalen over het algemeen genomen vrij netjes en er zijn weinig grote risico’s zoals aardbevingen”, zegt Jeroen Oversteegen, directeur van De Nationale Hypotheekbond. “Dat maakt Nederlandse hypotheken voor beleggers net zo zeker als staatsbeleggingen, maar dan met flink meer opbrengsten.” Iets anders speelt de nieuwe toetreders ook in de kaart, weet Hans André de la Porte, woordvoerder van de Vereniging Eigen Huis: “Veel banken werden verantwoordelijk gehouden voor de recessie. Die zitten sindsdien toch wel met een stevig imagoprobleem.” Je kunt je sowieso afvragen of banken qua DNA de juiste instellingen zijn om hypotheken te financieren, aangezien zij actief zijn op de kapitaalmarkt en zodoende vooral goed thuis zijn in ‘kort geld’ en leningen van dertig jaar eigenlijk niet goed bij ze passen.
Wettelijke waarborgen
Omdat deze vorm van hypotheekverstrekking nieuw is, is voor sommige elementen nog geen duidelijke regelgeving. De AFM wijst nadrukkelijk op risico’s op het gebied van investeerdersloyaliteit en het gebrek aan transparantie. Zo heeft de toezichthouder minister Dijsselbloem van Financiën eerder deze maand gevraagd om wettelijke waarborgen voor hypotheken die gefinancierd zijn door investeerders. De AFM ziet het risico van onnodig hoge rentes op de loer liggen bij deze hypotheken. Beleggers zouden wel eens kunnen afhaken als het rendement na verloop van tijd niet hoog genoeg blijkt te zijn. Met als mogelijk gevolg dat de aanbieder bij renteverlenging de hypotheekrente flink verhoogt, om de klanten te ontmoedigen te blijven. Wanneer ze blijven, zitten ze met hoge rentes en als ze willen overstappen, brengt dat kosten met zich mee. “Er is geen wettelijke waarborg die het risico voor onnodig hoge rentes voor bestaande klanten voldoende adresseert”, stelt de AFM. Dat ziet de toezichthouder graag veranderen.
Oversteegen heeft de mindere tijden nog vers in het geheugen. “Het punt met buitenlandse partijen is wel dat ze zich in magere tijden weer kunnen terugtrekken van de markt. Dan zullen ze voor de lopende hypotheken kunnen vragen wat ze willen.” Het debacle met ELQ hypotheken wordt in herinnering geroepen. De dochteronderneming had na het omvallen van moederbedrijf Lehmann Brothers geen enkele behoefte om klanten te behouden of te winnen in Nederland, en liet zich niet weerhouden zijn bestaande klanten te zien als melkkoe. Oversteegen riep in 2011 in een blogpost op om maatregelen te nemen.
Deel twee van dit stuk vind je hier.