Vanaf 1 januari 2020 is een overlijdensrisicoverzekering (ORV) niet meer verplicht bij bestaande hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Dat klinkt aantrekkelijk, zeker voor huizenbezitters met een kleine portemonnee en een hoge ORV-premie. Maar er zijn natuurlijk risico’s. De rol van de adviseur rondom dit onderwerp, wordt door het vervallen van de verplichting groter.
In 2018 verviel de verplichting om een ORV te hebben voor alle nieuw afgesloten NHG-hypotheken. Vanaf 1 januari 2020 kunnen ook mensen die al een NHG-hypotheek hebben de ORV in principe laten vallen. De overheid wil op deze manier de woningmarkt toegankelijker maken.
Vooral voor ouderen of mensen die ernstig ziek zijn (geweest), kan een ORV ontzettend duur zijn. Het risico dat ze vroegtijdig overlijden is immers groter dan bij kerngezonde jonge mensen. Vooral deze groep zal waarschijnlijk geïnteresseerd zijn in de mogelijkheid om de verzekering te veranderen of zelfs helemaal te annuleren.
Extra belangrijk om te wijzen op de risico’s
Juist nu de verzekering niet meer verplicht is, ligt er voor de adviseurs een belangrijke taak om te wijzen op de risico’s. De ORV is er natuurlijk niet voor niets. Huizenbezitters moeten het niet alleen zien als een verzekering voor hun huis, maar vooral als financiële zekerheid voor hun nabestaanden als ze overlijden. Zonder ORV is het grootste gevaar dat degene die achterblijft de woonlasten niet meer kan dragen en het huis moet verkopen. Mét ORV wordt het inkomensverschil na het overlijden van een partner gedeeltelijk of geheel vergoed.
Carla Muters, bestuurder bij NHG, was in een interview met de NHVP duidelijk over de nieuwe rol van adviseurs: “Een ORV kan nog steeds een goed advies zijn, maar het hoort echt in het gesprek tussen klant en adviseur.”
Mogelijk interessant hypotheek grotendeels is afgelost
Voor woningbezitters die hun hypotheek al grotendeels hebben afbetaald, kan het interessant zijn om de ORV te schrappen. Het risico is immers minder groot dat de verzekerde de lasten niet kan dragen na het overlijden van de partner. Ook als de verzekerde in de tussentijd een stuk meer is gaan verdienen, kan hij of zij overwegen om de ORV stop te zetten of over te sluiten voor een lagere premie. In dat geval heeft de verzekerde immers meer middelen om een eventueel overlijden van de partner financieel op te vangen.
Het besluit om de overlijdensrisicoverzekering al dan niet stop te zetten, kan alleen worden gemaakt op basis van een gebalanceerde afweging. Elke situatie is anders, de verzekerde moet dit te allen tijde overleggen met een financieel adviseur.
Verplicht om actief te informeren
Overigens stelt Bureau DFO (Dienstverlening voor Financiële Ondernemers) dat adviseurs wettelijk verplicht zijn om hun klanten actief te informeren over het vervallen van de ORV-verplichting. Bureau DFO verwacht tegelijkertijd dat Kifid en de rechter van de adviseur eisen dat ze hun klanten wijzen op de risico’s van het laten vallen van de ORV.