Chris, waarom al die aandacht voor looptijdrente?
Het is misschien niet het meest sexy onderwerp voor uw klanten, maar wel iets dat veel geld kan schelen: de looptijdrente.
Op Prinsjesdag heeft de overheid een flink pakket nieuwe maatregelen aangekondigd. De overdrachtsbelasting verandert voor starters en beleggers, er zijn veranderingen aan de inkomstenbelasting. Wat is er in al die regels belangrijk voor hypotheekadviseurs? We zetten het op een rij.
Iedereen tot 35 jaar die vanaf 2021 een huis koopt krijgt één keer vrijstelling van de overdrachtsbelasting. Deze regeling geldt voor starters, maar ook voor doorstromers onder de 35 die een ander huis kopen. Voor alle andere huizenkopers blijft de overdrachtsbelasting 2 procent.
Tegenover dit voordeel staat een verhoging van de overdrachtsbelasting voor beleggers. Wie een tweede woning koopt betaalt in 2021 niet 2 maar 8 procent overdrachtsbelasting.
Het heffingsvrij vermogen in box 3 gaat flink omhoog. Voor alleenstaanden wordt het volgend jaar 50.000 euro, voor stellen wordt het 100.000 euro. Tegelijkertijd gaat het percentage waarmee de vermogensrendementsheffing wordt berekend iets omhoog.
Door de lage rente is het de afgelopen jaren steeds vaker interessant om een deel van een hypotheek in box 3 te laten vallen. Of dat echt een goede optie is hangt onder meer af van de hoeveelheid vermogen die woningbezitters in box 3 hebben. Door de aanpassingen aan box 3 kan een berekening voor de keuze tussen box 1 en box 3 anders uitvallen.
Het percentage waartegen hypotheekrenteaftrek geldt, daalt tot en met 2023. Dit gaat in stappen van 3 procentpunt per jaar. In 2023 moet het percentage van de onderste schijf van de inkomstenbelasting zijn bereikt. Volgend jaar is het maximale percentage voor hypotheekrenteaftrek 43 procent.
Hetzelfde geldt voor de afbouw van de aftrek voor een kleine hypotheek, de Wet Hillen. Woningbezitters die minder rente betaalden dan de hoogte van hun eigenwoningforfait hoefden het verschil niet op te tellen bij hun inkomen. Deze regeling wordt in dertig jaar afgebouwd. Door de scherpe waardestijgingen en de daling van de rente wordt het punt waarop het eigenwoningforfait hoger is dan de betaalde rente eerder bereikt.
Geen onderdeel van het belastingplan, maar wel van belang voor de woningmarkt is de verdere verhoging van de leencapaciteit voor tweeverdieners. Het inkomen van de minstverdienende partner gaat in 2021 waarschijnlijk voor 90 procent meetellen. Dat is nu nog 80 procent.
De leencapaciteit van jongeren met een studieschuld wordt waarschijnlijk ook groter. De wegingsfactor voor recente studieschulden gaat namelijk omlaag. Jongeren die een studieschuld hebben opgebouwd na 1 september 2015 kunnen hierdoor iets meer lenen.
Adviseurs met een eenmanszaak of VOF, krijgen te maken met de verlaging van de zelfstandigenaftrek. Deze zou de komende jaren elk jaar met 250 euro per jaar omlaag gaan. Dat wordt nu 360 euro per jaar. Dat betekent dat de zelfstandigenaftrek volgend jaar nog maximaal 6.670 euro is.
Voor adviseurs met een eigen BV is de aanpassing van de vennootschapsbelasting een belangrijke verandering. Het lage tarief van de vennootschapsbelasting daalt in 2021 naar 15 procent. Daarnaast gaat de grens waaronder dit tarief valt omhoog van 200.000 naar 245.000 euro. BV’s met een winst daarboven betalen het hoge tarief van 25 procent. Dit hoge tarief gaat in tegenstelling tot eerdere plannen in 2021 niet omlaag.
Het is misschien niet het meest sexy onderwerp voor uw klanten, maar wel iets dat veel geld kan schelen: de looptijdrente.
De hypotheekadviseur van de maand augustus heeft het niet druk. Wat is er aan de hand bij Simon Hulsman?
MUNT Hypotheken bestaat alweer zes jaar deze week. Hoe was het ook alweer in het begin - en hoe is het nu? We leggen deze vraag voor aan een drietal hypotheekadviseurs van het eerste uur.
Toen de coronacrisis toesloeg moesten adviseurs over op digitaal werken. Voor ondertekening van stukken zoals hypotheekoffertes bood de digitale handtekening uitkomst. Nu de acute crisis voorbij is, vallen sommigen terug in hun oude gewoonten, ziet directeur Jeroen Oversteegen van de Nationale Hypotheekbond